EuroBike 2017 – De trends

Afwezigen, ebikes, plusminus en aandrijfcomponenten


EuroBike 2017 zit er voor ons inmiddels op. Althans, wat het fotograferen, filmen, kijken én luisteren betreft. Tijd om de balans op te maken van wat ons opviel; enerzijds door aanwezigheid (duh…), anderzijds door te schitteren door afwezigheid.

Om met die laatste categorie te beginnen: fatbikes. Vorig jaar concludeerden we al dat de massale opkomst van fatbikes tot een einde was gekomen. Wie ook Marktplaats in de gaten houdt ziet dat velen de fietsen met overmaatse banden al weer van de hand doen wegens ‘doe er te weinig mee’. Deze EuroBike zagen we ze uiteraard nog wel, maar weer terug als niche… de hoek waar ze ook vandaan kwamen en zeker nog een bestaansrecht hebben.

Van afwezigheid schitterde ook veel grote merken. Eerder lieten Specialized en Trek de beurs al links liggen. Maar het is stilaan een trend aan het worden dat bedrijven hun eigen evenementen organiseren voor exclusieve aandacht, in plaats van deze te moeten delen met concurrenten in de kathedralen van de Messe Friedrichshafen.

 

…een hoog ‘leuk dat je er bent, maar andere jaren heb ik je niet gemist’-gehalte.

 

Merken als Cube, Canyon en Cannondale zocht je tevergeefs dit jaar. De beursorganisatie meldde echter trots dat er een groei was van het aantal exposanten. We beamen dit; de grote stands die die merken traditioneel hadden, gaven nu ruimte aan talloze kleine stands van bedrijven die voorheen op de overvolle beurs geen ruimte konden krijgen. Dat waren soms leuke en verrassende dingen. Het overgrote deel, echter, had in onze ogen een hoog ‘leuk dat je er bent, maar andere jaren heb ik je niet gemist’-gehalte. Ze bieden dus producten of diensten aan waaraan we simpelweg … snel voorbij liepen; onder meer opvallend veel Aziatische bedrijven die batterijen, motoren of anders specifieke componenten of productiecapaciteit aanbieden voor e-bikes.

EuroEBike

Ja, het woord ‘e-bikes’ valt. De opmars van e-bikes – in alle genres de fietsindustrie – is niet te stuiten en al jaren zichtbaar op de EuroBike. Dit jaar is een voorlopig hoogtepunt. Al doen we nu al de voorspelling dat dat volgend jaar ruimschoots overschreden wordt. We zagen we veel nieuwkomers: kleine, specialistische bedrijven die zich focussen op de elektrisch ondersteunde twee- of meerwielers. Belangrijker nog: vrijwel elke middelgrote tot grote fietsfabrikant heeft inmiddels diverse e-bikes in het programma.

Begrijpelijk; zoals ineens iedereen een fatbike en later 27,5(+) bike in het programma moest hebben omdat men eerder de 29er rage mistte, zo gretig is men nu ook met de dure elektrische neefjes van de reguliere tweewieler. Men wil als fabrikant gewoonweg de boot niet missen.

Met die nieuwe wiel- en bandmaten werden pogingen gedaan het (bijna) stilstaande water in de bestaande – en overvolle – visvijver opnieuw in beweging te krijgen. Met e-bikes is er echter iets anders aan de hand. Het zijn voor de fietsindustrie compleet nieuwe vijvers, of zelfs meren, om bij vistermen te blijven. Elke fabrikant moet geld verdienen om rond te komen… maar de fietsmarkt is al jaren overvol qua aanbod, bij de bestaande doelgroepen is gewoonweg niet veel méér omzet te halen. De oplossing: nieuwe doelgroepen aanboren… en dát is precies wat nu lukt met de e-bikes. Of het nu gaat om elektrische stadsfietsen, e-mountainbikes of obscure e-gravel/travelmachines; mensen die voorheen niet snel op een tweewieler stapten, doen dat nu wel. Blijkbaar zijn ze ook bereid er flink geld voor te betalen, afgaande op de prijskaartjes op sommige fietsen.

 

We willen volgend jaar natuurlijk ook nog wat te zeuren hebben over nieuwe wielmaten, asstandaarden of een extra kransje op de cassette…

 

Het nadeel van deze opmars is dat ze de ‘gewone’ mountainbikes (en racefietsen) naar de achtergrond drukken op ’s werelds grootste fietsbeurs, die ooit begon als de referentiebeurs voor sportieve fietsen. Begrijp ons niet verkeerd; we hebben geen hekel aan e-bikes, maar de beurs is van dié kernwaarde afgestapt vanwege de commercie – begrijpelijk. Toch hopen we dat het niet een gevolg is van een trend waarbij die ‘gewone’ mountainbikes ook minder aandacht krijgen bij de ontwikkelaars. Wij willen volgend jaar immers ook nog wat te zeuren hebben over nieuwe wielmaten, asstandaarden of een extra kransje op de cassette…

Plusminus

Zoals in de inleiding al aangehaald, was het zoeken naar een speld in een hooiberg wat fatbikes betreft. We voorspelden eerder ook al dat het hele plus-segment zou downsizen en precies dát is op deze beurs goed te zien.

De rek lijkt er dus wel wat uit; steeds meer fabrikanten presenteren één framemodel (vaak fullies met de mogelijkheid om de geometrie aan te passen aan de wielmaat) waar zowel 29 x 2.6″ banden als 27,5 x 2,8” banden in passen.  Juist: 2,8”. Waar voorheen het plussegment vaak werd omschreven als 2,8-3,25” breedte, is bij veel fabrikanten nu slechts nog een 3,0” band te monteren als de noppen niet te hoog zijn…

De alom aangenomen definitie van Plus-banden en fatbike banden, zoals aangehaald door Trek tijdens de presentatie van de Farley fatbike en Stache Plus bikes. Beide bandmaat-ranges zijn terug naar wat ze waren: niches, waarbij we de 2,8” en in sommige gevallen 3,0” banden vooral op e-mountainbikes terug zullen zien.

Eerlijk gezegd kunnen we deze trend wel waarderen: blijkbaar ziet men in dat consumenten de fietsen niet massaal kopen en dat leidt er – hopelijk – toe dat de prijzen niet verder stijgen en beschikbaarheid groter wordt. Méér frames in een programma betekent namelijk méér ontwikkelkosten en de fabrikant moet gokken hoeveel frames ze per wielmaat denken te verkopen. Zitten ze er naast, dan is de kans groot dat juist jouw gewenste fiets al niet meer leverbaar is omdat zij een verkeerde inschatting maakten. En juist die inschatting is waar het de voorbije jaren vaak mis ging. Klanten springen blijkbaar niet snel op trends en door het ontbreken van verkoop in de voorbije seizoenen is de conclusie vooralsnog dat we niet massaal zaten te wachten op heel breed rubber.

De enige plek waar de ‘echte’ plus banden nog goed verkopen is het e-mountainbike segment. De banden hebben daar ook veel meer zin, omdat de nadelen (hoger gewicht, minder precies rijden) en de voordelen (méér grip, waardoor meer vertrouwen) beter passen bij de wensen van het grootste deel van de doelgroep die met een 20+ kilogram fiets op pad gaat.

Bandenfabrikanten haken hier – uiteraard – ook op in. Zij brengen hun populairste modellen nu ook uit in 2,6” breedte. Een breedte die we steeds vaker terugzien en waarvan wij denken dat dit uiteindelijk de meest geaccepteerde ‘breedste’ bandmaat zal worden. Daarnaast vermarkten ze alles dat breder is vooral als ‘e-bike geschikt’. We achten de kans groot dat dat volgend jaar omgetoverd is naar ‘e-bike specifiek’.

Het omgekeerde is overigens ook waar: bij de bukfietsen (racefietsen en gravelbikes met een racefietsstuur) zien we mondjesmaat banden breder worden. Vooral het assortiment aan gravelbanden groeit gestaag; we zagen een flinke toename bij nagenoeg elke bandenfabrikant in diverse breedtes en profielen. De gravel-hype is dan ook beslist niet voorbij en lijkt een vaste plek in de industrie te krijgen. Bijkomend effect: aangezien ze nagenoeg exclusief met schijfremmen geleverd worden, vergroten ze tegelijkertijd de acceptatie van de betrouwbare en doseerbare schijfremmen bij rijders met een racefietsachtergrond.

Aandrijving

Een trend waarvan velen – inclusief wijzelf – blij van worden is de opmars van cassettes en andere aandrijfcomponenten. Steeds meer kleine partijen brengen producten op de markt die we vroeger alleen bij Shimano, SRAM of Campagnolo konden krijgen. Wat voor sommigen voorzichtig begon met een grote krans om het bereik van je bestaande cassette te vergroten, bieden ze nu complete cassettes aan. Talloze merken lijken de codes te hebben gekraakt om goed schakelende cassettes te maken en zijn inventief ten aanzien van de productie om de kosten aantrekkelijk te houden. Het zijn slijtdelen, dus ‘goeie handel’: logisch dus dat hier steeds meer bedrijven op in springen.

Complete, alternatieve schakelsystemen zien we ook steeds meer. Het Noorse Kindernay liet eindelijk hun hydraulische 14-versnellingsnaaf aan het publiek zien; daarover later meer. De vorig jaar gelanceerde Box groepset werd deze EuroBike gepresenteerd in een geüpdate versie én in verschillende varianten. Ook daarover later meer. Op de stand van Rotor was de hydraulische schakelgroep UNO andermaal in volle glorie te zien, al geven ze nu zelf bewust aan dat het een nicheproduct is én zal blijven. De productiestart liet lang op zich wachten; zo eenvoudig is het klaarblijkelijk niet om een groepset op de markt te brengen.

Met de UNO richt Rotor zich op racefietsers die van iets ‘aparts’ houden. Typische Campagnolo-rijders, zei een Rotor-medewerker ons. Onze wensen: voeg een clutch toe, verleng de kooi, maak een shifter voor een vlak stuur en je hebt er in eens een nóg grotere doelgroep bij…

Datzelfde gaat op voor FSA’s KForce WE racefietsgroepset. Slechts met een loep konden we enkele sets op de beurs vinden. Teken dat ze nog het nodige schaafwerk achter de schermen hebben moeten doen of er nog volop mee bezig zijn. Niettemin weerhoudt het velen er dus niet van om ook de complexere schakelonderdelen te ontwikkelen. Ook bij diverse Aziatische partijen die vooral onderdelen voor anderen maken, zagen we opvallend veel schakelgerei. Alleen konden we vaak de merknaam niet uitgesproken krijgen. Eens zien wat we daarvan de komende tijd op de markt gaan terug zien. Al dan niet onder meer bekendere merklabels…

Tekst: Jeroen van den Brand
Foto’s: Mark ten Napel, Jeroen van den Brand, EuroBike

Geplaatst in Nieuws en getagd met , , , , .
Subscribe
Notify of
guest
0 Comments
Inline Feedbacks
View all comments