Hope Pro 4: De evolutie gaat doorrrrrr…

Waarschuwing: dit wordt een saai artikel. Het gaat namelijk over naven. Betrouwbare naven.

Gek eigenlijk. Naven worden vaak over het hoofd gezien en daarom zijn ze op veel complete fietsen een sluitpost. Terwijl ze heel wat voor hun kiezen krijgen. Rammelpaden. Harde remacties. Hoge aandrijfmomenten. Dunne tandwieltjes. Verwaarlozing. Hogedrukspuiten.

Als ik zelf de keuze heb, dan kies ik vaak voor Hope. Ik heb op dit moment drie fietsen met de Engelse naven. Voor een prijs die grofweg in het midden ligt tussen een set Shimano XT M8000 en een set DT 240, levert Hope je een iets lager gewicht dan de XT’s, keuze uit 6 mooie kleurtjes, een robuust loopwerk, een lekker ratelgeluid, een mooie merkbeleving (voor wie daar gevoelig voor is) en bewezen betrouwbaarheid.

Bewijsstuk 1: Van de Pro 2 achternaaf in mijn singlespeed is, na acht jaren bagger en nul seconden onderhoud, onlangs één van de roestvast stalen lagers vastgelopen. De andere lagers liepen nog redelijk tot zeer goed. Een setje verse lagers maakte de naaf klaar voor “de volgende acht jaar”.
Bewijsstuk 2: in mijn 2012 Trek Rumblefish zit een set Pro 2 Evo, die met losse einddoppen eenvoudig om te bouwen is naar alle as-systemen. De achternaaf kan een likje vet gebruiken, de voorkant loopt perfect. Hoe het met de 2 jaar oude Mono RS (de opvolger van de Pro 3 wegnaven) naven in mijn racefiets gesteld is, laat zich raden.

Sinds  januari is er de nieuwe Pro 4. Met grotere flenzen, grotere lagers, nóg meer aangrijpingspunten, leverbaar in alle nieuwe asformaten én in een nieuwe kleuroptie: oranje.

HopePro4_03

Hope stuurde ons een testset. 32 gaats, aluminium “Shimano” vrijloop, Boost vóór en achter. Deze naven zijn met brede 9th Wave carbonvelgen en DT Competition spaken gevlochten tot een robuuste set voor een 29er all mountain/enduro testfiets.

HopePro4_05

HopePro4_02

De naven zijn herkenbaar als Hope, maar niet direct als Pro 4. De grotere flenzen vallen niet op en de gewijzigde lagering zit verstopt. Zelfs het geluid is ongeveer hetzelfde. Ongeveer, want de nieuwe naven hebben 44 aangrijpingspunten in plaats van de 40 in de Mono RS en de laatste versie van de Pro 2 Evo. Het geluid is nog steeds luid, en nu dus iets hoger. Lekker, als je dat leuk vindt. Hou je van stilte, shop dan elders. Merk je die 4 extra punten ook in het aangrijpen? Ik niet. Ze grijpen gewoon voldoende snel aan. Tot zover is er dus weinig nieuws onder de zon, zou je zeggen. Dat is echter niet waar…

HopePro4_01

[Nerd alert]: techniek

Lagers
Twee zaken vallen op in de Pro 2 Evo: Zowel de diameter van de assen als de wiellagers zijn groot in vergelijking met veel concurrenten. Voorbeeld: De achteras heeft een diameter van 17 mm en de lagers onder de naafhuls meten 30 x 17 x 7 mm. Hoe dikker de as, hoe sterker én stijver. Voor lagers geldt hetzelfde: Hoe groter het lager, hoe sterker. Vergelijk dat met de 15 mm as en 28 x 15 x 7 mm lagers van sommige anderen. Wie technisch onderlegd is, zal je zeggen dat een kleine toename van diameter een relatief groot verschil in stijfheid oplevert… en zal er direct achteraan vertellen dat dat slechts een deel van het verhaal is. Lagerkwaliteit, afdichtingen, constructieve details en afstelling spelen een net zo grote rol in de verwachte levensduur van een lager.

Het toont wél aan dat Hope voor stevigheid gaat. Die grotere lagers passen natuurlijk niet in hele kleine spaakflenzen. Die zijn bij de Pro 2 Evo al ruim, en dát levert een schuinere spaakstand en een zijdelings stijver wiel op.

In de Pro 4 zijn de wiellagers ongewijzigd in diameter. Het lager aan de binnenzijde van de vrijloop (zichtbaar op de foto hierboven) is echter groter geworden: Eén 28 x 17 x 7 mm lager vervangt twee 26 x 17 x 5 mm lagers. Op basis van draaggetallen (de maat voor hoe sterk een lager is) van een bekende lagerfabrikant, kwamen wij echter tot een opvallende conclusie. Het nieuwe grote lager leek zwakker dan de twee oude samen! Navraag bij Hope gaf helaas geen diepgaande verklaring, maar wel de stelling dat het nieuwe lager juist 30% sterker is dan de oude lagers.

HopePro4_02

Wat voor lager het precies is, is onbekend, maar Hope’s documentatie toont dat het nieuwe lager inderdaad een ander lager is dan het even grote lager aan de buitenzijde van de vrijloop. Heel stiekem vermoeden we daarom dat dit een stalen lager is, in plaats van een roestvast stalen lager. Stalen lagers zijn immers bij dezelfde maatvoering sterker dan roestvast staal…

Het was ze blijkbaar veel waard om deze constructie te kunnen toepassen, want Hope heeft vervolgens de “halve achternaaf” aangepast om dit grotere lager te kunnen plaatsen. Zowel de grotere vrijloop met de 44 aangrijpingspunten als de grotere naafflens aan de rechterkant volgden volgens Hope immers vanuit de wens voor een groter lager.

Naafflenzen
Nog even over die naafflenzen: De steekcirkel van de spaakgaten in de flens aan de rechterzijde van de achternaaf steeg van 54 naar 57 mm. Vergelijk dat eens met de 45 mm van een Shimano XT! Klinkt stevig, niet? Ook al was er vanuit het binnenwerk geen noodzaak toe, Hope vergrootte op de Pro 4 alle naafflenzen tot steekcirkel 57 mm, met als argument: “De grotere wielen van tegenwoordig vragen om extra stijfheid!”

[/Nerd alert]: nog meer nieuws?

Mmmm nee, dit was het wel zo’n beetje. Het gewicht van de naven is volgens Hope hetzelfde als een vergelijkbare Pro 2 Evo: 481 gram voor een set non-Boost steekas. Nog maar eens ter vergelijking: Shimano’s nieuwe XT-M8000 Centerlocknaven zijn behoorlijk afgevallen: het setgewicht bedraagt 507 gram, terwijl een 6 bouts DT Swiss 240 op 384 gram zit. Ben je een weightweenie, dan spaar je dus beter nog even door.

Wat ook hetzelfde gebleven is, is de remschijfopname. Je kan bij Hope nog steeds kiezen uit 6-bouts… en 6 bouts. Waarom? Daar over later meer.

HopePro4_03

Aluminium vrijloop
In de aanhef van dit artikel repte ik over hoge aandrijfmomenten en smalle tandwieltjes. Al mijn aluminium Hope vrijlopen zijn beschadigd door de cassette. Alle Shimano-compatible cassettes, ook de duurdere varianten, bevatten wel één of meer losse tandwieltjes. Die vreten na verloop van tijd door het trapkoppel in het zachtere aluminium. Soms moet je een kransje zelfs tegen de rijrichting in loswrikken om het er af te krijgen. De vrijloop van de Pro 4 is aan de buitenzijde identiek aan de Pro 2 en dat gaat dus ook gegarandeerd invreten. Het is geen kritiek probleem, en Hope is niet het enige merk waar het optreedt. Toch is het jammer dat Hope op deze nieuwe naaf niet -in tegenstelling tot sommige concurrenten- één of twee gehard stalen spietjes in het vrijloop heeft verwerkt, die invreten voorkomen. De reden? Hierover gaf Hope ons geen uitsluitsel. Speculatie: patentenkwestie?

Kun je nog iets doen om dit onheil te voorkomen? Ja. Monteer je cassette altijd schoon en droog, en draai hem vast tot het door de fabrikant voorgeschreven aandraaimoment. Zo hebben de kransjes axiaal maximale wrijving ten opzichte van elkaar, en kunnen ze het aandrijfkoppel een onderling wat meer verdelen. Als je een paar extra grammen voor lief kunt nemen, kies dan voor Hope’s roestvast-stalen vrijloop.

Tot slot: als je 1×11 rijdt, dan kun je het probleem helemaal omzeilen: Zowel Hope’s XD-compatible vrijloop als Hope’s eigen lichtgewicht combinatie van cassette en freewheel hebben het invreetprobleem niet.

Dikke Doppen D’rop!

Toen de testnaven arriveerden, maakte Hope nog geen 31 mm Torque cap einddoppen voor de Rockshox Boost 110 vork in de testfiets. Dat betekent dat de naaf wel in de vork past, maar geen geleidingsrand vindt bij montage van het wiel. Het monteren van de steekas is dus wat meer gedoe. Inmiddels heeft Hope de 31 mm einddoppen beschikbaar, tegen een meerprijs. Of het je dat waard is aan jou, de beloofde stijfheidstoename is statisch in ieder geval niet waarneembaar. Maar praktischer is het zeker weten! Hope noemt dit soort onderdelen overigens Industry non standards. Een subtiele maar rake omschrijving. Leest u mee, fietsindustrie?

Samenvattend: iets met evolutie ofzo.

Bij de introductie van de Hope Pro 2 Evo was het grootste nieuws de invoering van de verwisselbare einddoppen. Later kwam daar “stilletjes” de 40 punts aangrijping bij. Hope spendeert zijn nieuwste naaf een nieuw volgnummer, om aan te geven dat het écht een nieuw product is. En wie goed kijkt, ziet dat er onderhuids inderdaad van alles gewijzigd is. Toch is ook de Pro 4 een voorbeeld van evolutie: Het zijn meerdere kleine wijzigingen die het goede nóg beter maken, zonder de hele wereld overhoop te halen. Maar goed, het is een naaf, wat had je anders verwacht? Dat niks perfect is, bewijst het aluminium freewheel dat nog steeds gevoelig is voor invreten. Ach, wie weet wordt dát de volgende stap in de evolutie…

Prijzen

  • Pro 4 voornaaf: €93,-
  • Pro 4 achternaaf: €222,-
  • Einddoppen 31 mm: €23,-
  • Pro 4 lagerkits (mocht je ze over een paar jaar nodig hebben) vóór/achter: €21,-/€45,-

 

Antwoorden op vragen

“Ja maar waarom zit míjn naaf er niet bij?”

Het woord “standaarden” viel… Hope levert de 31 mm einddoppen alleen als losse optie, tegen meerprijs. Hope maakt geen naven met Centerlock-schijfopname. Op de vraag wat de redenen zijn van dit alles, kwam Olivier Sander van Hope Benelux met een zeer uitgebreid antwoord…

De consument kan bij bestelling van zijn Pro 4 naven kiezen tussen 4 cassettebody’s: de lightweight aluminium body voor Shimano, dezelfde maar dan uitgevoerd in staal, de XD-versie en de Hope body die onze nieuwe cassette direct kan ontvangen.

Combineer dit met de keuze uit zes verschillende kleuren, 28, 32 en 36-gaats versies, inbouwbreedtes 100 en 110 mm vóór en 130, 135, 142, 148, 150 en 157 mm achter,
naafhulzen in standaard, Boost, straight-pull, FATSNO, Singlespeed/trial, SCS en downhill variant… en je ziet hoe enorm veel combinaties er mogelijk zijn.

De industrie duwt ons de richting uit om de consument zoveel mogelijk te helpen, zodat hij zijn wielset in tig persoonlijke bikes kan gebruiken zonder op enorme kosten gejaagd te worden. Om die reden hebben onze naven de betaalbare en eenvoudig verwisselbare einddoppen in QR9 en 10, 12 of 15 mm steekassen, plus specials. De minder gangbare maten en combinaties bieden we als losse optie aan.

De reden dat we geen Centerlock-naven maken is een kwestie van vraag: die is nooit groot genoeg geweest om ze in productie te nemen. We kunnen nu al de vraag niet aan met onze produktie in één enkele fabriek. Om precies dezelfde reden maken we ook geen Lefty voornaven.Olivier Sander - Hope Benelux

Juist. Uiteraard is Hope zélf een deel van de industrie, vanwege de geringe grootte is het echter eerder trendvolgend dan trendzettend. Het zijn vooral de grote spelers in de industrie én de consumenten die elkaar in een wurggreep houden van vraag en aanbod. De industrie introduceert nieuwe standaarden en varianten, doet zijn best om vraag te creëren, en als die vraag er is, worden zowel industrie als consument (als handel) gék van het aantal verschillende varianten. Voorraadbeheer, logistiek, keuzestress en de kans op misgrijpen bij die éne gewenste variant nemen exponentieel toe. De industrie zal de toegenomen kosten voor dit alles doorberekenen aan de afnemers. Detailhandel en consumenten bepalen uiteindelijk de prijs.

Het is mooi om te zien hoe Hope met dit probleem omgaat: Het wringt zich niet in bochten, wil niet expanderen, maar gaat gewoon uit van “de maximale hoeveelheid aluminium die haar eigen fabriek per jaar kan verwerken”, en past dáár het aantal varianten en seriegroottes op aan. Echte exoten vallen buiten de boot, maar de klant kan de meeste varianten toch zelf en budgetgunstig bijéén klussen. Zo blijft alles proudly made in Barnoldswick, England en is bijna iedereen blij. Well done.

Tekst: Lars Vogelenzang
Foto’s: Jeroen van den Brand & Petra Nijman

Meer informatie: www.hopetech.com

Geplaatst in Reviews en getagd met , .
Subscribe
Notify of
guest
4 Comments
oudste
nieuwste populairste
Inline Feedbacks
View all comments
Kris Leunissen
Kris Leunissen
7 jaren geleden

het invreet probleem is vaak op te lossen door 1 of 2 stukjes platgeslagen spaak in de ruimte tussen cassette en body te leggen. Zelfde principe als andere naven, werkt als een tierelier.

Lars Vogelenzang
Lars Vogelenzang
7 jaren geleden
Reply to  Kris Leunissen

Hallo Kris,

goede tip! Ik had’m al eens gehoord.

egelijkertijd: als mechanical engineer in ruste walg ik natuurlijk van dit soort oplossingen. ;-)

elw
elw
7 jaren geleden

Als werkbouwtuig in ruste ben je natuurlijk geen pauper en koop je gewoon gelijk een RVS body ;)

Wat bij mij altijd goed werkte was een spelde er tussen rammen. Maar ingevreten bodies zijn makkelijk te fixen na een tijdje: even de vijl er overheen. Het duurt meer dan 10 jaar voordat de boel genoeg ingevreten om uitlijning van je schakelhulpjes te beïnvloeden.

Lars Vogelenzang
Lars Vogelenzang
7 jaren geleden
Reply to  elw

Goed punt. :-)