Mountainbike met veelzijdigheid voor dagelijks gebruik
Een mountainbike onder de duizend euro wordt in de praktijk zelden uitsluitend als mountainbike gebruikt. Doordeweeks is het een robuust vervoermiddel voor school, werk of boodschappen; in het weekend mag-ie het bos in. Zulke fietsen moeten dus meer kunnen dan alleen recreatief terreinwerk. Met de nieuwe instapmodellen Big Nine en Big Seven TFS lijkt Merida dat goed te begrijpen. De letters TFS staan voor Techno Forming System: een productiemethode waarmee aluminium buizen mechanisch worden gevormd tot een modern frameprofiel, zonder de hogere kosten van hydroforming.
Hoewel het frame zich duidelijk identificeert als mountainbike, maakt de uitgebreide set montagepunten het geheel juist extra veelzijdig. Zo zijn er montagepunten voor bidons en een trail-mount voor accessoires onder de bovenbuis. Maar ook bevestigingen voor spatborden, bagagedrager en zelfs een standaard. Precies zoals je dat in dit segment wilt zien.

Big Nine en Big Seven: één platform, twee wielmaten
Hoewel de naamgeving anders doet vermoeden, gaat het hier om één en hetzelfde platform, dat per framemaat geleverd wordt met de meest logische wielmaat. De kortere maten (XXS tot en met S) vallen onder de noemer Big Seven en krijgen 27.5 inch wielen. De langere maten (M tot en met XXL) worden geleverd als Big Nine met 29 inch wielen. Alleen maat S is beschikbaar in beide varianten. Die aanpak is helder en doordacht vanuit ergonomisch en functioneel oogpunt, maar de modelnamen kunnen wel tot verwarring leiden. Omdat die direct verwijzen naar de wielmaat, lijkt het alsof het om twee verschillende fietsen gaat, terwijl het in feite om één en hetzelfde frameplatform draait.
Geometrie
De geometrie sluit aan op de eerder vernieuwde Big Nine Lite en CF-modellen. Dat betekent langere reach, een vlakkere balhoofdhoek van 67 graden en een steilere zitbuishoek. In de geometrietabellen staat die zitbuishoek overigens op 74 graden, maar in de algemene communicatie spreekt Merida van 75 graden. Onder de streep betekent het in elk geval dat de Big Nine en Big Seven TFS over een meer actieve zitpositie beschikken, met meer druk op het voorwiel. Beide in Nederland verkrijgbare modellen zijn voorzien van een voorvork met 120 millimeter veerweg.

Onderhoudsvriendelijke keuzes voor de instap mountainbiker
Naast geometrie en wielmaat heeft Merida ook over de praktische kant nagedacht. Zo is het frame uitgevoerd met BSA-schroefdraad voor de trapaslagers. De kabels gaan níet via het bovenste balhoofdlager het frame in, maar via de zijkant. Achteraan zijn de frames voorzien van een inbouwbreedte van 135 millimeter, voor een achternaaf met snelspanner. Geen innovaties of obscure standaarden dus, maar beproefde, onderhoudsvriendelijke keuzes die goed passen bij het beoogde gebruik én het budget.
Het aluminium frame biedt verder ruimte aan banden van 2.4 inch breed. Verder meldt Merida dat een frame van de Big Nine in de maat M zo’n 1.900 gram weegt. Het Big Seven-frame is zo’n 50 gram lichter.




Merida Big Nine 200 en 400
Voor modeljaar 2026 voert Merida Benelux voorlopig twee modellen. Zo zijn er de Big Nine 200 voor 899 euro en de Big Nine 400 voor 1.249 euro. In de kleinere maten zijn deze modellen er als Big Seven met identieke specificaties. Beide fietsen maken gebruik van Shimano’s Cues-groepen, die speciaal ontwikkeld zijn voor dit soort toepassingen: duurzaam, robuust en eenvoudig te bedienen.
De Big Nine 200 is uitgerust met een 1×10-aandrijving en een luchtgeveerde Suntour XCR32-vork. De Big Nine 400 doet daar een schepje bovenop met een Shimano Cues 1×11-aandrijving, een Rockshox Judy Gold RL-vork met lock-out én een dropper post, iets wat je in dit prijssegment zelden ziet.


Bron en meer info: merida.nl










