Special | Waar werd Arjan blij van in 2025?

Rode draad: beter minder dan meer

Waar werd ik blij van in 2025? Heel veel, want niet alleen zijn er veel producten langsgekomen die bij mij joy sparken, maar ook hebben we dit jaar weer toffe trips gemaakt en inspirerende mensen ontmoet. Dus wat noem ik wel en wat niet? Ik zal me, net als collega Jeroen eerder deed, beperken tot negen zaken, in willekeurige volgorde. Oh, en eigenlijk zijn het er tien, maar met z’n lofzang op het gebruik van harde kettingwax was Jeroen me op dit punt voor. Wat niet wegneemt: ook voor mij is harde wax de nieuwe smeerolie.

Zadel van hardloopschoenenschuim

Vier jaar terug lanceerde de Duitse ergonomiespecialist SQlab een spraakmakend zadel: de 6OX Infinergy. Unique selling points van dit trailbike-zadel: het is gemaakt van dempend hardloopschoenzolenspul én het wordt geproduceerd in Duitsland. Het heeft even geduurd, maar in 2025 kwam ook de Infinergy-uitvoering van de populaire SQlab 611 in de winkels (test hier). Dus met hetzelfde zwarte schuim, maar met een minder geprononceerd dwarsprofiel. En die uitvoering bevalt me nog beter.

En dan zijn er nog de zaken die samenhangen met de Duitse productie van de 611 Infinergy. Zaken als betere arbeidsomstandigheden en minder milieubelasting dan bij productie in Azië. Lang verhaal kort: op de hoge prijs na –het zadel kost 200 euro – zijn er heel veel dingen die voor de SQlab 611 Infinergy pleiten. En weinig tegen. Voor mij is de SQlab 611 Infinergy dus een blijver. En als de kwaliteit net zo goed is als van de 6OX Infinergy, zal dat flink lang zijn.

SQlab 611 Infinergy zadel
Wat voor hardlopers werkt, is ook goed voor fietsers: ik heb de Infinergy-zadels van SQlab inmiddels op al m’n bikes, zo lekker zitten ze.

Trapaslagers van Enduro

Sinds eind 2023 brengt de Amerikaanse lagerspecialist Enduro een nieuw soort trapaslager: de Maxhit. De bijzonderheid: bij dit lager zijn niet zoals gebruikelijk stalen industrielagers in een aluminium cup geperst, maar vormen de lagerschaal en de cup één geheel. Een roestvaststalen geheel, ook dat nog. Enduro heeft zoveel vertrouwen in deze lagers, dat ze er levenslang garantie op geven. Afgelopen juli maakte ik na tweeëntwintig maanden en een kleine 3.500 kilometer de balans op (test hier).

Het rechter lager was na de testperiode nagenoeg volledig schoon en geheel stil, maar bij het linker lager was een klein tikje waarneembaar. Bovendien was het blauwe lagervet enigszins grijzig geworden. Dat laatste wijst in ieder geval wijst op vuil, maar kan tevens een indicatie zijn van slijtage. Sinds beide lagers geheel zijn schoongemaakt en opnieuw gevuld met vet, draaien ze weer in alle stilte hun rondjes. En ik hoop dat ze dat ook in 2026 blijven doen, want een probleemloze rijder is een blije rijder, toch?

Enduro Maxhit
Probleemloos rijden met Maxhit-trapaslagers van Enduro ? Grote kans van wel. Ik heb in ieder geval nog nooit zo lang met een paar lagers gedaan.

Stuurtasje van Ortlieb

Die Maxhit-trapaslagers van Enduro zit op m’n gravelbike en dat geldt ook voor het item dat ik hier aanhaal: de Ortlieb Bikepacking Fuel-Pack, wat een ingewikkelde naam is voor een simpel maar zeer praktisch bovenbuistasje. De test brachten we al in juni 2024, maar het tasje zit anderhalf jaar later nog steeds op de bovenbuis van m’n gravelbike. En iedere keer als ik daar mee rijd, word ik blij van dat tasje. Dat ligt grotendeels aan de superhandige klep met magneetsluiting, waardoor je altijd snel en probleemloos zaken als reepjes of je telefoon uit het tasje kunt halen.

En dan is er nog de kwaliteit waarom Ortlieb bekend staat: slijtvast nylonweefsel in combinatie met lichtgewicht ripstop-nylon, gelaste naden en een waterdichte PU-coating aan de binnenkant. En dan is er nog de productie in Duitsland en de waarborg van Ortlieb dat het tasje, mocht het beschadigd of versleten raken, in bijna ale gevallen weer gerepareerd kan worden. En dat voelt goed.

Dit superhandige stuurtasje van Ortlieb rijd al sinds het voorjaar van 2024 met me mee. En dat zal ook in 2026 niet anders zijn.

Sram Eagle Transmission zonder batterijen

Van mij hoeft het niet, elektrisch schakelen. Wéér een batterijtje dat leeg is op het moment dat dat helemaal niet uitkomt. “Maar dat kan je toch vooraf checken?”, zeggen de elektronica-fetisjisten dan. Maar daar wil ik helemaal niet mee bezig zijn! Ik wil mijn bike op ieder moment uit m’n garage kunnen halen, zonder druk te zijn met al dan niet volle batterijtjes. Dat geldt wat mij betreft trouwens niet alleen voor het schakelgebeuren, maar ook voor zaken als droppers en veerelementen. Mechanisch, alsjeblieft.

Je snapt dus dat ik afgelopen voorjaar helemaal blij werd van Srams Eagle 90 Transmission-groep (test hier). Min of meer dezelfde schakeltechnologie als op de elektrische Transmission groepen, maar dan batterijloos. Sommige door elektronica aangestuurde zaken die AXS Transmission kenmerken – zoals de multishift-modus – ontbreken op de mechanische pendant. Maar verder zijn het gevoel en de precisie van de mechanische groep verbazingwekkend in overeenstemming met die van z’n elektronische evenknieën. Goed gedaan Sram!

SRAM Eagle 90 Mechanical Transmission
De betrouwbaarheid en schakelprecisie van Srams elektrische Eagle Transmission-groepen, maar dan met mechanische bediening: Sram Eagle 90 is voor mij een winnaar.

De nieuwe Trek Rail+

Het is je misschien ontgaan, maar de nieuwste Trek Rail+ is ontwikkeld in Nederland. We spraken afgelopen jaar met de ingenieurs achter deze dubbelgeveerde e-mountainbike (interview hier). En hebben natuurlijk ook uitgebreid met de bike zelf gereden (test hier). Knap, wat Reijer, Jorne en Gerjan voor elkaar heeft gekregen. Alhoewel de Trek Rail+ van de vorige generatie allesbehalve slecht was, hebben de drie techneuten de nieuwste uitvoering van deze e-mountainbike toch weer beter weten te maken. En nee, die verbeteringen komen niet uitsluitend op het conto van de nieuwste Bosch CX-motor. Natuurlijk, die motor is ontegenzeglijk een verbetering ten opzichte van z’n voorganger. En met de grotere en tegelijkertijd lichtere accu is natuurlijk ook niks mis.

Maar waarmee de vijfde generatie van de Trek Rail+ zich écht onderscheidt is niet z’n motor, maar het doordachte frame en de ronduit sublieme prestaties in het terrein. Welk framedetail je ook bekijkt, overal is over nagedacht. Zo blijft er niets te wensen over. Hetzelfde geldt ook voor de rijeigenschappen. Van de lompheid die de vorige Rail kenmerkte is niets meer over. Wat heet: je kunt de nieuwe Rail+ in vergelijking tot z’n voorganger gerust een speelse bike noemen. Maar op het vlak van downhill-eigenschappen is niets ingeleverd, je kunt de nieuwe Rail+ nog net zo ongenadig hard naar beneden beuken als de vorige. Wat een lekkere e-bike!

Trek Rail Gen 5 Bosch CX
Veelzijdige geometrie, doordachte afmontage en natuurlijk de nieuwe CX-motor van Bosch: met de Rail+ zet Trek een zeer geslaagde e-mountainbike neer.

Mountainbikeschoenen voor platformpedalen

Ja, ik weet het, ik ben een uitzondering. Maar om allerlei redenen rijd ik eigenlijk altijd met platformpedalen. En bij zo’n pedaal hoort een passende schoen. Natuurlijk, je kunt gewoon een willekeurige sneaker uit het schap trekken, maar er zijn niet voor niets speciale platformpedaalschoenen. En de Rime van Specialized is een van m’n favorieten. Ik heb de Rime al in gebruik sinds halverwege 2023 (test hier), dus ze zijn in een overzicht van 2025 niet helemaal op hun plaats. Maar hey, ik gebruik ze nog wekelijks!

Het mooie van de Rime is dat het niet alleen een heel erg fijne platformpedaalschoen is – lees: supergrippy, met bovengemiddelde ondersteuning en een voor mij zeer goede pasvorm – maar dat-ie daarnaast ook prima loopt. En dan bedoel ik niet lopen als in even naar een gezellig terras stiefelen voor een bakkie, maar echt serieus lopen. Ook de levensduur is, zeker gezien het lage gewicht, bovengemiddeld goed. Kortom: wie net als ik graag hike-a-bike tochten maakt, wordt van deze schoenen echt gelukkig.

Zo staan m’n Specialized Rimes er na ruim twee jaar intensief gebruik bij.

Lek rijden

Nee, lek rijden sparkt natuurlijk op zich geen joy. En al helemaal niet als je eigen domme schuld is. Want te lui om een eerder lek te plakken en te vertrouwen op de werking van de anti-lekmelk aan de binnenkant. Maar dat is precies wat me onlangs overkwam, tijdens een graveltocht door door de polder: het latex propje, waarvan ik dacht dat het een eerder lek wel dicht zou houden, schoot toch los. En daar stond ik, precies op het verste punt van huis en geen reparatieset, reserveband of pompje bij de hand.

Vol goede moed begon ik aan de wandeling terug naar huis. Met een beetje geluk moest ik het binnen drie uur wel redden. Maar al na vijf minuten houdt er een stationwagen naast me stil en gaat het raampje aan de passagierskant open. “Zullen we proberen die fiets naar binnen te trappen? Dan breng ik je even naar huis. Waar moet je zijn?” En zo stond ik nog geen twintig minuten later met m’n fiets aan de hand weer voor mijn huisdeur, met dank aan zomaar een passerende automobilist die er geen problemen mee had de kofferbak van z’n auto vies te maken en een stuk om te rijden om een hem onbekende fietser uit de brand te helpen. Nederlanders worden steeds egoïstischer? Niet in mijn polder.

Nee, lek rijden is niet leuk. Maar onverwacht hulp krijgen wel.

Mountainbikepionier en hotelinnovator Kurt Resch

In het Zuid-Tiroolse Eggental/Val d’Ega liep ik dit jaar hotelier, mountainbikepionier en bike-guide Kurt Resch tegen het lijf. Al sinds 1996 runt hij de Steineggerhof, een familiehotel op 15 kilometer van Bozen. Dat gidsen doet Kurt niet meer zoveel. Niet zo gek als je tegen de zestig loopt. De laatste jaren zijn niet de lokale trails, maar de hotelkeuken zijn dagelijkse domein. Maar voor een Wiener schnitzel mit pommes moet je niet in de Steineggerhof zijn. Kurt en zijn team hebben hun keuken vrijwel geheel plantaardig gemaakt. “Het is simpel,” vertelde Kurt me, “we moeten niet meer uit de aarde willen halen dan we erin stoppen. Een plantaardig dieet is een goede start”. En het mooie is, vind ik: Kurts plantaardige gerechten zijn echt superlekker!

Maar de zorg voor milieu en klimaat gaat bij Kurt en zijn team verder dan alleen de keuken. Sinds 2018 is het hotel officieel klimaatneutraal en per overnachting wordt er per gast tien keer minder CO2 uitgestoten uit dan een conventioneel hotel. Daarnaast is de Steineggerhof aangesloten bij Biohotels, wat wil zeggen dat honderd procent van de producten biologisch moet zijn. “Dat is niet altijd even makkelijk, sommige van onze gasten willen gewoon een Forst-biertje of een glas Coca Cola”, vertelde Kurt. “Maar gelukkig hebben we voor vrijwel alles biologisch alternatieven gevonden die minstens zo lekker smaken, zo niet beter.” Kijk, dít is nou duurzaam ondernemen.

Zuid-Tirol Eggental Val d'Ega
Kurt Resch: een Zuid-Tiroolse hotelondernemer hart voor natuur en milieu.

Lago di Como

Er zijn plekken die je bezoekt waar je keer op keer weer terugkomt. Voor mij is dat het Lago di Como oftewel het Comomeer in de Noord-Italiaanse Alpen. Want echt, álles wat mijn hart harder doet kloppen is daar aanwezig. Prachtige natuur? Check. Imposante routes en uitdagende trails? Hebben ze. Oude stadjes en historische monumenten? In overvloed. Lekker eten en drinken? Ja, wat dacht je! En dan is er nog het meer zelf, dat vanwege z’n constante en voorspelbare thermische wind een absoluut watersportparadijs is. En laat ik naast fietsen ook nog windsurfen als hobby hebben. Lang verhaal kort: als je in 2026 besluit ook eens een bezoek aan het Comomeer te brengen, dan is de kans groot dat ik er ook weer ben. Arrivederci!

Lago di Como was ook in 2025 weer een fijne plek. Op naar 2026!
Geplaatst in Specials en getagd met , .
Tags: ,
guest
0 Comments
oudste
nieuwste populairste
Inline Feedbacks
View all comments