Tekst: Jeroen van den Brand
Onafhankelijke verkenning naar landelijk mountainbikevignet van start
De betaalbaarheid en continuïteit van mountainbikeroutes in Nederland staan steeds meer onder druk. Routes worden doorgaans gefinancierd via lokale sponsoring, incidentele subsidies en soms ook door een vignet. Maar het geheel is verworden tot een lappendeken aan lokale regelingen en systemen. Sommige mountainbikeroutes hanteren een verplicht vignet, andere werken met vrijwillige bijdragen of donaties.
Wat al deze modellen gemeen hebben, is dat ze ontstaan zijn uit noodzaak: het aanleggen, onderhouden én juridisch borgen van routes kost geld en energie, ook al gebeurt het onderhoud vaak met vrijwilligers. Bovendien zijn er voorafgaand aan aanleg kosten voor vergunningsprocedures, en zelfs na realisatie blijft juridische onzekerheid een factor, zoals onder andere bleek bij de routes in Schoorl, Salland en Rijk van Nijmegen.
De roep om een landelijk mountainbikevignet klinkt dan ook al jaren. En nu lijkt die wens een eerste concrete stap dichterbij: onder leiding van de NTFU hebben NOC*NSF, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Achterhoek Toerisme, Routenetwerken Twente, Routebureau Veluwe, Visit Zuid-Limburg, Recreatie Noord-Holland, Federatie Particulier Grondbezit en Coöperatie Centroide laten onderzoeken of een landelijk MTB-vignet haalbaar is. Zij doen nu mee aan een gezamenlijke verkenning naar de mogelijkheden. In een convenant dat de genoemde organisaties ondertekenen, leggen ze vast hoe dat eruit moet gaan zien.
Structureel geld voor mountainbikers en natuur
Uitgangspunt tijdens het hele proces is dat een landelijk mountainbikevignet onderdeel wordt van een grotere beweging waarin mountainbikesport en natuurbeheer hand in hand gaan, zo lezen we in het persbericht van de NTFU. Er moet structureel voldoende geld komen om mountainbikeroutes aan te leggen en te onderhouden en moet het voor vrijwilligers die aan de routes werken makkelijker én beter worden dit uit te voeren. Voor mountainbikers moet het duidelijker en makkelijker worden een vignet aan te schaffen. De landelijke aanpak moet ook bijdragen aan projecten voor natuurbehoud en -versterking en dat recreatie gespreid wordt in gebieden waar dat nodig is.
De resultaten van deze verkenning worden in maart 2026 verwacht, zo meldt de NTFU. Het aanstellen van een onafhankelijke verkenner is een formele én inhoudelijke mijlpaal, die tegelijk onderstreept hoe gelaagd en precair het traject richting een mogelijk landelijk mountainbikevignet werkelijk is.

Waarom tot dusver nog geen landelijk mtb-vignet?
Tot dusver bleek het idee van een landelijk mountainbikevignet niet realistisch. En als je kijkt naar hoe vignetten tot nu toe tot stand komen en wie daar bij betrokken moet zijn, is dat ook zeer begrijpelijk.
In de eerste plaats is het goed je te realiseren dat Nederland een lappendeken is met verschillende landeigenaren. En zo is het geen uitzondering dat een mountainbikeroute gebieden van meerdere landeigenaren doorkruist. Mountainbikeroutes in dit soort gebieden komen daarom ook pas tot stand na lang overleg tussen diverse instanties. En elk van die partijen kijkt op een eigen manier naar de impact van een route in hun gebied. Maar ook hoe duurzaam onderhouden kan worden; wie doet wat en wie draagt de kosten?
Het lastige hierbij is dus dat daarin amper één lijn te trekken is die voor alle gebieden én alle eigenaren in Nederland werkt. Zo vinden landeigenaren in het ene gebied het prima als opgehaald geld alleen bestemd is voor onderhoud van de mountainbikeroute. In andere gebieden draag je met je mtb-vignet ook bij aan algeheel natuurbehoud in de regio. Dat geldt in dit soort gebieden dan ook voor vignetten voor ruiters.

Mountainbiker wil best betalen
Uit talloze discussies op fora en social media, maar ook een enquête van Track & Trails – het bedrijf van Patrick Jansen, die nauw betrokken is bij de aanleg en ontwikkeling van mountainbikeroutes in Nederland – blijkt dat veel bikers in de basis géén moeite hebben met betalen voor gebruik van een route. Anderen vinden dat ook wandelaars en ruiters moeten betalen voor hun faciliteiten in natuurgebieden. Ruiters zijn daarin de enige échte gelijken aan mountainbikers. Want paardrijden in de natuur is – net als mountainbiken – geen recht, maar een voorrecht*.
Maar het nog steeds toenemende aantal unieke mtb-vignetten werpt wel steeds meer een drempel op. Niet alleen door de kosten, maar ook doordat de verkrijgbaarheid niet uniform is. Sommige vignetten moet je fysiek hebben en kun je kopen bij lokale horeca, bikeshop of via een webportaal. Andere zijn weliswaar digitaal te verkrijgen, maar je moet de weg er naar toe wél weten te vinden. En ook al maken we elk jaar een overzicht, vanuit gebruikersoogpunt is de wildgroei aan mtb-vignetten op z’n zachtst gezegd onhandig.
* Natuurschoonwet 1928
In Nederland hebben we weinig publieke natuurgebieden. Het merendeel is in privé bezit. Er is er bovendien géén grondwettelijk recht van vrije toegang. Dat je in Nederland alsnog in relatief veel gebieden mag recreëren is onder andere te danken aan de Natuurschoonwet 1928, waarin openstellingsvoorwaarden zijn opgenomen. Die gelden echter expliciet voor wandelaars; wandelen is dus een recht. Alle andere vormen van recreatie zijn een voorrecht bepaald door de betreffende landeigenaar.
Meer over dit aspect lees je in ons uitgebreide artikel “De casus van het afgesloten pad op landgoed Tongeren“.
Hoe zou zo’n landelijk vignet voor mountainbikers er uit kunnen of móeten zien?
De ondertekening van het convenant en de start van de verkenning betekenen dus nog niet automatisch dat er daadwerkelijk een landelijk mtb-vignet komt. Het is wél een flinke stap; één die nooit eerder is gezet. Maar ook met het – in het gunstigste geval – unaniem uitspreken van de wens van zo’n landelijke mtb-vignet, is zoiets niet in een handomdraai gerealiseerd. Er zijn talloze hordes te nemen. Laten we er een aantal uitlichten.
Landelijke pot voor lokale kosten op basis van standaarddefinties
Hoe kom je tot een systeem dat uiteindelijk elke route kan ondersteunen vanuit een landelijke pot, maar dan dus wel met oog voor de lokale kostenposten? Immers, niet elke route heeft te maken met dezelfde kosten. Al was het maar omdat de ene route langer is dan de andere. Maar wat te denken van het type pad en ondergrond? Er zijn behoorlijk wat variabelen die invloed hebben op die kosten.
We legden dit aspect voor aan routebouwer Patrick Jansen:
“Routeonderhoud is méér dan gaten opvullen en blad verwijderen zodat het niet té modderig wordt. Zo moet er ook met enige regelmaat op boomveiligheid worden gecontroleerd. Bij een route over de heide heb je daar natuurlijk weer niet mee te maken. Maar inmiddels zijn we in Nederland met diverse trailcrews dusdanig vergevorderd, dat we redelijk in de vingers hebben wat voor verschillende type paden de kosten zijn per kilometer. Ik zie daarin voldoende basis om tot een systeemaanpak met standaarddefinities te komen, die vanuit een gemeenschappelijke pot uiteindelijk voor de meeste situaties een goede dekking van onderhoudskosten kan geven. Maatwerk zal er tot op zekere hoogte altijd blijven, maar dat zijn dan de uitzonderingen.”
Verschil in drukte betekent ook verschil in onderhoudskosten
Een landelijk mtb-vignet gaat bovendien meer uit van solidariteit. Drukbezochte routes zoals die op de Utrechtse Heuvelrug en Schoorl hebben een goede financiële positie. Maar tegelijkertijd zijn er routes die minder goed bezocht worden. Bijgevolg hebben die ook méér moeite om fondsen én vrijwilligers te werven. Nu lost het landelijke vignet niet per definitie het gebrek vrijwilligers op, maar dat van de financiën te aanzien van routeonderhoud wél. Uiteraard is het daarbij zo dat een minder druk bezochte route minder slijtage kent en dus ook minder onderhoudskosten zal vergen. Het lijkt niet anders dan logisch dat hier middels een verdeelsleutel rekening mee wordt gehouden. Die kun je dan weer op bijvoorbeeld Strava-gegevens baseren voor een grove indicatie (immers, niet iedereen gebruikt Strava).
Betrokkenheid vrijwilligers
Onderhoud aan mountainbikeroutes wordt grotendeels uitgevoerd door vrijwilligers die samen met de betrokken terreineigenaren waarschijnlijk prima weten wat er nodig is. Heeft een landelijk vignet dan niet een belemmerende invloed op deze autonomie?
Routebouwer Patrick Jansen over dit punt:
“Door een landelijk mtb-vignet op te zetten professionaliseren we routeonderhoud. Maar het is belangrijk om te beseffen welke brede rol vrijwilligers hebben bij mountainbikeroutes. Door het werk vrijwillig te doen is er een kostenbesparing, maar belangrijker is dat het een verregaand gevoel van betrokkenheid en eigenaarschap geeft. Vergeet niet dat deze vrijwilligers veelal aan de basis staan van de totstandkoming van een route. Ze hebben daarbij een sterke rol als ambassadeurs, waarvan de waarde niet onderschat moet worden. En in mijn optiek moeten er dus bij het komen van een organisatiemodel voor een landelijk mountainbikevignet naar gestreefd worden dit te behouden en te ondersteunen.”
Bijdrage aan natuuronderhoud
Zoals ik al eerder aanhaalden, draag je bij enkele vignetten ook bij aan de onderhoud van de natuur buiten de mountainbikeroute. Ook dit zou een uitgangspunt kunnen zijn van een landelijk mtb-vignet. Al was het maar omdat de afbakening van ‘natuur’ op en naast de route natuurlijk nooit strikt is. Kortzichtig zou je kunnen beschouwen dat geld dat besteed wordt buiten de mountainbikeroute de mountainbiker niets oplevert. De praktijk is echter anders. Het effect is dat we als collectief kunnen laten zien dat we het goed voor hebben met de natuur. Met daarbij vooral ook de gedachte dat die kosten dan dus worden gedeeld door alle gebruikers van de mountainbikeroute, en dus niet extreem hoeven te zijn. Het helpt daarmee dus betrekkelijk gemakkelijk zowel de natuur áls ons imago een handje. En vergis je niet; beide zijn hard nodig.
Talloze bedenkingen
Meebetalen aan natuur buiten de route is zo’n voorbeeld waar genoeg bikers bij bestaande vignetten zo hun bedenkingen bij hebben. Hoeveel gaat er uiteindelijk werkelijk naar de route? En meer nog; naar de route waar ik het meeste rij? Om mensen hier in mee te krijgen is transparantie van belang. Want als de vignetkosten onevenredig hoog zijn, wordt zo’n aspect nog veel meer gezien als onnodige bijzaak. Maar goed; ook hier kun je je afvragen wat onevenredig en bijzaak is. Dit is precies zo’n aspect waaruit blijkt hoe lastig een landelijk systeem kán zijn. En zo zijn er nog wel wat meer punten die niet elke biker, trailcrew of terreineigenaar unaniem enthousiast maakt voor een landelijk mtb-vignet.
Kosten
Wat de prijs van een landelijk mtb-vignet betreft, valt er op dit moment nog niets te zeggen. Of je daarmee goedkoper of juist duurder uit bent dan met losse, lokale vignetten, hangt volledig af van hoe zo’n systeem precies wordt ingericht. En dat hoeft bovendien helemaal geen vaste, landelijke prijs te zijn voor álle mountainbikeroutes. Een mogelijk model zou juist kunnen zijn dat je per regio of route selecteert waarvoor je een vignet wilt, en dat je op basis van die keuzes een passend bedrag betaalt als een soort menukaart.
Voor sommige mountainbikers zal een ‘alles-in-één’-oplossing namelijk als overbodig voelen. Bijvoorbeeld voor wie uitsluitend lokaal rijdt en het liefst alleen rechtstreeks aan de lokale trailcrew doneert. En dat is natuurlijk een legitieme keuze. Dat afdoen als zuinigheid zou geen argument moeten zijn. Het tegenargument dat een fiets of fietskleding véél meer kost dan een landelijk mtb-vignet vind ik persoonlijk dan ook niet heel sterk. Iedereen moet zelf weten waaraan geld wordt besteedt; dat is niet aan anderen om te bekritiseren.
Om tegemoet te komen aan die behoefte aan maatwerk, zou een regiogebonden optie dus zeer nuttig kunnen zijn. En trek dat nog verder door na te denken over dag-, weekend- of weekpassen, waarmee je toegang krijgt tot een bundel van routes in een bepaald gebied tegen voor een kortere tijd tegen een lagere prijs. Dat vergt misschien wat meer organisatie, maar je kunt zo wel tegemoet komen aan gelegenheidbikers, of bikers die geen behoefte hebben om vaak routes ver van huis uit te proberen en daar dus ook niet per se de kosten voor willen dragen.
Organisatorische rompslomp
Bijkomend probleem is natuurlijk dat ‘wij Nederlanders’ al snel wars zijn van instanties die ‘van alles bepalen’. Het wordt al snel als traag, log en als niet-transparant gezien. Omdat dat ook vaak (onbedoeld) zo uitpakt. Zie daarin al één van de redenen dat initiatieven in het verleden nooit van de grond kwamen. Dit punt is behoorlijk fundamenteel. En als je social media en de fora er op na slaat, is er een kleine, maar zéér vocale groep bikers die dit argument als hét grote probleem ziet en deze discussie scherp stelt. Niet onterecht, overigens. Maar dat op zichzelf moet niet tot een fundamentele ‘dus doen we het maar niet’ impuls leiden. Er zijn namelijk ook behoorlijk wat argumenten om wél tot een organisatie te komen die instaat voor één vignet en meer nog: één stem voor mountainbikers.
Landelijk mtb-vignet kan ook deuren openen
Een landelijk mtb-vignet kan ook duidelijke voordelen brengen voor terreineigenaren én gebruikers. Sterker; het kan op meerdere manieren verregaand bijdragen aan algeheel betere mogelijkheden voor mountainbikers in Nederland.
Een meer uniforme benadering werkt drempelverlagend voor landeigenaren. Er kan een doorwrocht concept voorgelegd worden waarin zaken als onderhoud en natuurwaarden duidelijk geborgd zijn. Maar óók waarmee aansprakelijkheid duidelijk is gekaderd. Ja, het A-woord is gevallen (…). Juist op het punt van aansprakelijkheid treedt menig landeigenaar, routebureau of trailcrew een zeer voorzichtige tred.
Méér uitdaging op trails mogelijk
Geen enkele routebouwer of beheerder en/of eigenaar van een bosgebied ziet graag ambulances af en aan rijden. Maar mountainbiken is een risicosport en dat is reden voor zorg. Enerzijds is er bewustwording bij de doelgroep; een kleurcodesysteem dat sinds kort uitgerold wordt, draagt daar zeker aan bij. Anderzijds is de onduidelijkheid over aansprakelijkheid en de consequenties daarvan een grote drempel voor trailcrews en landeigenaren. De NTFU heeft voor afspraken tussen trailcrews en terreineigenaren modelcontracten waarin dit duidelijk wordt gekaderd. Ook heeft de NTFU een polis voor een aansprakelijkheidsverzekering. Zoiets zou een onderdeel kunnen worden van de afspraken rond een landelijk mountainbikevignet. Dat geeft trailcrews en landeigenaren een eenduidig fundament om, als het gebied zich daartoe leent, wél extra technische uitdagingen te overwegen.
Landelijk mountainbikevignet als opmaat naar betere belangenbehartiging
Een ander, niet te onderschatten aspect waarin het landelijk mtb-vignet kan bijdragen, is het verkrijgen van een duidelijke stem. Historisch gezien zijn mountainbikers in Nederland namelijk nooit écht verenigd. Het ontbreken aan een landelijk collectief maakt het op veel plekken erg lastig om een plek aan tafel te krijgen wanneer er gediscussieerd wordt over mogelijkheden van recreatie in de natuur. Er zijn voorbeelden te over waar we als doelgroep pas op het laatst worden gehoord, als we al uitgenodigd worden.
Er zijn natuurlijk wel mountainbikeverenigingen en wielerclubs met een mountainbike-afdeling, maar die opereren lokaal. De NTFU heeft een overkoepelende rol voor verenigingen en clubs. Maar ze geven ook ondersteuning aan trailcrews. Ze zitten bovendien vaak aan tafel met alle partijen rondom mountainbikeroutes. Een rol in het landelijk mountainbikevignet kan de draagkracht van de NTFU nog verder vergroten. Dankzij een breed gedragen vignet kan er ook beter onderzoek gedaan worden rond en vóór mountainbikeroutes. En in tijden dat toegang tot de natuurgebieden nog al eens ten prooi valt aan polarisatie en discussie op basis van emotie, is er beslist méér behoefte aan wetenschappelijke onderzoeksgegevens en studies naar ecologische en sociale effecten van mountainbiken.
Dat vignet komt er écht niet zomaar: veel vragen moeten nog worden beantwoord
Al jaren maken mtb-vignetten de tongen los en met het toenemende aantal is de discussie voor een landelijk mountainbikevignet relevanter dan ooit. Maar dat gaat beslist niet over één nacht ijs gaan, want dat er flinke haken en ogen zijn bij zo’n systeem, is inmiddels wel duidelijk. Er zijn behoorlijk wat vragen die van een antwoord voorzien móeten worden voor er een landelijk systeem kán komen.
Zo is er bijvoorbeeld de nog de prangende vraag of dit vignet dan automatisch voor alle routes verplicht wordt? Of blijven er routes vignet-vrij? Kan een lokale trailcrew niet alsnog besluiten een eigen systeem op te zetten?
Vraag bovendien een lokale trailcrew die de financiële zaken goed op orde heeft of ze een landelijk mountainbikevignet nuttig vinden, en je krijgt waarschijnlijk nul op rekest. Stel dezelfde vraag in een gebied waar flink onderhoud nodig is, maar vrijwilligers en middelen ontbreken en je krijgt een ander antwoord.
Terreineigenaren die willen dat mountainbikers (deels) meebetalen aan natuuronderhoud buiten de route, zullen ook zo hun eisen hebben. Hoe wordt die stem gewogen in het geheel?
Ook moet er nagedacht worden hoe om te gaan met sponsoring van de lokale middenstand. Die ondersteuning is vaak erg nuttig voor de lokale cohesie. Al was het maar omdat de lokale trailcrew zich trots in een collectief tenue kan tooien en gereedschap en de koek-en-zoopie bij de trailonderhoudsdagen kostendekkend kan krijgen.
Draagkracht bij bikers
Het succes van een landelijk mountainbikevignet zal ook afhangen van de draagkracht bij de bikers. En dat is, hoe je het wendt of keert al snel een prijsgerelateerd aspect. Wie namelijk niet of nauwelijks buiten z’n eigen routenetwerk fiets, kan een landelijk mtb-vignet al snel te duur vinden. De Wielersportmonitor 2023 van de NTFU laat zien dat er 486.000 volwassenen zijn die minimaal twaalf maal per jaar mountainbiken. Maar hoeveel daarvan kopen een vignet als dat het meervoudige is van een van de losse vignetten? Omgekeerd beïnvloedt het aantal deelnemers dus ook de prijs; die moet immers wél dekkend zijn voor de landelijke kosten.
Belangrijk is ook hoe we er voor zorgen dat de kostprijs niet te hoog wordt? Zeker met oog op gelegenheidsbikers; als er iets is wat onze sport niet nodig heeft, is het een nóg hogere drempel om er mee te beginnen.
Zelfs zonder landelijk mtb-vignet: winst zit nu al in samenwerking
Misschien blijkt een landelijk vignet alsnog té complex in uitvoering. Dat als uitkomst hoeft niet eens per se nadelig of het einde van de ambitie te zijn. Ook zónder één landelijk mtb-vignet zijn er voordelen te behalen. Wat deze verkenning in elk geval nu al oplevert, is dat betrokken partijen – van NTFU, NOC*NSF en routebureaus tot terreinbeheerders als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en particuliere grondeigenaren – samen aan tafel zitten. Dat op zich is waardevol. Het creëert ruimte om elkaars belangen beter te begrijpen, misverstanden uit de weg te ruimen en gezamenlijke uitdagingen scherper in beeld te krijgen.
Juist in een speelveld waar belangen rond recreatie, natuur, onderhoud en financiering soms haaks op elkaar lijken te staan, is er veel te winnen door samen op zoek te gaan naar oplossingen die meer zijn dan de optelsom van individuele standpunten. Of het nu tot één landelijk mountainbikevignet leidt of niet: het proces zelf is al een stap richting meer wederzijds begrip en samenwerking.
Wordt vervolgd…
Ze zouden eens kunnen kijken naar sportvisserij Nederland welke een soortgelijk dilemma heeft met diverse eigenaren van waterpartijen en natuur onderhoud. Hier kan je een VISpas per vereniging kopen waar dan een aantal wateren onder valt en daarnaast draag je bij aan de landelijke organisatie. Als je een keer iemand mee wil nemen kan dit een paar x per jaar gratis door je aan te melden op de landelijke website. Ook deze organisatie zal zijn minpunten hebben, maar ze hebben een hele boel goed voor elkaar en daar kan je als mountainbike club een hoop van leren.
Als vrijwilliger kan ik alleen maar zeggen dat het en groooooooooot verdienmodel is. Niet blij mee!
Tja, en dan alle MTB-stichtingen onder één stichting brengen? Dat gaan ze niet doen, ook hier zit een verdienmodel achter dat ze niet loslaten. Denk aan snoepreisjes en het gratis professionele gereedschap dat ook wordt gebruikt voor eigenonderhoud aan tuin en in sommige gevallen bedrijfsmatig.Het idee is leuk maar niet haalbaar.En is het dan de bedoeling dat firma Jansen de tracks betaald gaan aanleggen of word dit dan ook vrijwillig gedaan?
Persoonlijk stop ik dan per direkt met vrijwilligerswerk,ben natuurlijk geen gekke Henkie