Tekst: Sebastiaan Kruik // Foto’s: Arjan Kruik
Met speciale dank aan onze fijne vrienden van Klein Tweewielers voor het rijklaar maken van de testfiets.

Met de Root Miller naar Val Venosta
Afgelopen voorjaar kreeg ik de kans om een paar dagen trails te rijden in het Noord-Italiaanse Val Venosta. Daar hoorde natuurlijk een passende bike bij. Ik zocht iets waarmee ik goed kon klimmen, maar dat vooral bergaf zijn mannetje zou staan. Geen lichtgewicht trailbike, maar ook geen logge enduro – iets ertussenin dus. Tijdens een trip naar het Duitse Saarland vorig jaar had ik de Cube Stereo One55 bij me. Die beviel me op de mountainbike-paadjes rond Saarbrücken zó goed, dat ik nu weer naar iets vergelijkbaars op zoek ben gegaan: een fiets met 150 millimeter veerweg aan de achterkant en vooraan liefst nog iets meer.
De Duitse internetaanbieder Rose had in de vorm van de nieuwe Root Miller precies staan wat ik zocht. Een mountainbike met een aluminium frame, 150/160 millimeter veerweg en 29 inch wielen. Waar de high-end modellen van sommige merken schaamteloos voor vijfcijferige bedragen in de etalage staan, daar blijft de Root Miller verrassend betaalbaar. Voor nog geen 4.500 euro haal je het topmodel in huis. En ‘mijn’ Root Miller 2? Die kost slechts 2.540 euro! Kan dat, een volwaardige trailbike voor dat bedrag? Ja, dat kan, en niet zo’n beetje ook! Ik zal je hieronder vertellen hoe Rose dat voor elkaar heeft gekregen.

Rose Root Miller: programma en prijzen
Rose houdt het met de Root Miller lekker overzichtelijk. Slechts vier modellen brengt de fabrikant uit het Duitse Bocholt van deze trailbike, allemaal met een aluminium frame. En de naamgeving is al even overzichtelijk: Root Miller 1 tot en met 4, waarbij de 1 de goedkoopste en de 4 de duurste is. Goedkoop moet je in dit geval letterlijk nemen, want je haalt de Root Miller 1 al voor 1.930 euro in huis. De topper, aan de andere kant, komt op 4.475 euro. Ongelofelijk maar waar: dat is inclusief Rockshox Flight Attendant en een elektronische Sram X0 Eagle Transmission-schakelgroep! Onze testfiets, de Root Miller 2, ligt daar met 2.540 euro mooi tussenin.
De lage prijzen van Rose moet natuurlijk érgens vandaan komen. De opbouw van de maatreeks is één van de verklaringen; de Root Miller komt in maar vier maten, van S tot XL. Op zich niks mis mee, tenzij je precies tussen twee maten in valt. Vanwege het beperkte aantal maten zijn de verschillen tussen de afzonderlijke maten namelijk redelijk groot.
Meer info op rose-bikes.de

Frame: robuust aluminium
Op het eerste gezicht zou je het bijna niet zeggen, maar dit is wel degelijk de nieuwe Root Miller. Rose blijft ook bij de vierde generatie van deze trailbike trouw aan de vormtaal die ook de vorige versie kenmerkte, inclusief de karakteristieke knik in de bovenbuis. Toch is het aluminium frame volledig nieuw. Naast de geometrie zijn ook verschillende details veranderd. Zo lopen de kabels nu via het bovenste balhoofdlager het frame in, is de bike voorzien van UDH-achterpatten en zijn er onder de bovenbuis bevestigingspunten aangebracht voor een tooltje of een reservebandje.
Rose geeft niet aan wat het gewicht is van het losse frame, maar gezien het totaalgewicht van de Root Miller in maat L – 15,2 kilo in maat L – heeft het realiseren van een zo laag mogelijk gewicht geen prioriteit gehad. Sterkte wel: de Root Miller valt in bike-catergorie 4, wat wil zeggen dat het frame is vrijgegeven voor enduro-gebruik. En gezien de capaciteiten van deze bike – waarover hieronder meer – is dat een fijne zekerheid.


Geometrie en zitpositie
De Root Miller laat zien dat de ontwikkelingen op het vlak van geometrie niet meer zo snel gaan. Zet er een Root Miller van de vorige generatie naast en je ziet dat de verschillen gering zijn. De nieuwste versie is met name iets langer en luier. Kijk maar even mee. In onze framemaat L is de wielbasis 1.266 millimeter, meet de bovenbuis 637 millimeter, zijn de zit- en balhoofdbuishoek respectievelijk 76,3 en 64 graden en bedragen reach en stack respectievelijk 485 en 623 millimeter. Die laatste waarde, onder ander als gevolg van de met 110 millimeter nogal korte balhoofdbuis, is voor een trailbike relatief gering. Maar Rose vangt dat gebrek aan hoogte op door een stuur te monteren met maar liefst 35 millimeter verhoging.
Even verder met de rest van de maten: een liggende achtervork meet 442 millimeter, de trapas staat 28 millimeter lager dan de denkbeeldige lijn door de wielassen en zitbuis meet 470 millimeter. Allemaal moderne waardes, alleen de zitbuis is naar hedendaagse maatstaven aan de lange kant. Sterker: van alle trailbikes die we de afgelopen jaren gereden hebben is die van de Root Miller het langst. De consequentie daarvan kan zijn, dat de 180 millimeter verstelbereik van de af fabriek gemonteerde dropperpost nét iets te lang is, zeker als je benen wat korter zijn dan gemiddeld. Gelukkig kun je het verstelbereik van de zadelpen in stappen van een centimeter reduceren tot minimaal 150 millimeter.
Slechts vier maten
Omdat Rose maar vier verschillende maten brengt – de scherpe prijs moet tenslotte érgens vandaan komen – zijn de verschillen tussen de afzonderlijke maten wat groter dan bij merken met een meer uitgebreide maatreeks. In mijn geval is de keuze sowieso wat lastig, omdat ik met mijn lengte van 179 centimeter volgens het maatadvies op de website van Rose tussen de M en de L in val. Aangezien de maten van de L het meest overeen komen met die van mijn eigen trailbike, een Giant Trance X, ben ik daarvoor gegaan.
Een prima keuze, zo blijkt. Ja, de reach is fors. Maar vanwege het flink omhoog gebogen stuur, de stapel vulringen eronder en de korte stuurpen is de zitpositie niet té gestrekt. En waar de extreem steile zitbuishoek van sommige moderne trailbikes vaak veel druk op de handen veroorzaakt, is dat bij de Root Miller met z’n gematigd steile zitbuishoek nauwelijks het geval. Sterker: om de zitpositie in steile beklimmingen te optimaliseren heb ik het zadel juist maximaal naar voren geschoven.


Veersysteem
Net als als op al z’n andere fullies past Rose ook op de Root Miller een vierpuntssysteem toe met in de liggende achtervork een Horst-link. Het toepassen van zo’n beproefde configuratie is natuurlijk geen garantie voor goed functionerende vering, maar na een paar decennia fietsen bouwen weet Rose wel hoe het werkt. In de Root Miller is het systeem goed voor 150 millimeter veerweg. De schokbreker van dienst is een Rockshox Super Deluxe Select+. De hoeveelheid instelmogelijkheden is beperkt. Uiteraard zit er een knop op om demping van de rebound, de uitgaande slag in te stellen. Plus een hendeltje dat de demping van de ingaande slag beïnvloed, met de keuze tussen geheel open en een stuggere klimstand.
Maar een stelknop om de low-speed-compressiedemping nauwkeuriger in te stellen dan open of dicht ontbreekt. Op zich geen probleem, als je alleen de luchtdruk en rebound instelt kom je al een heel eind. Echter, aangezien ik maar 67 kilo weeg, zou in mijn geval een fabrieksafstelling met iets minder compressiedemping niet verkeerd zijn. De Rockshox Lyrik Select+ die aan de voorkant de 160 millimeter veerweg verzorgt, heeft dat probleem niet. In tegenstelling tot de schokdemper achter, is bij de Charger3-demper zowel de highspeed- als de lowspeed-compressiedemping instelbaar.


Onderdelen
Aandrijflijn en remmen
Een meerderheid van de bikes de redactie van Velozine komt binnenrollen is uitgerust met Sram. Niks mis mee, maar dat wil niet zeggen dat Shimano er niet meer toe doet. Vooral hun SLX-transmissie is een miskend value-for-money pareltje. Oké, voor een beetje extra bling doet Rose er nog een XT-derailleurtje bij, maar verder is alles SLX. Net zo goed als XT, hooguit een tikkie zwaarder. Alleen de SLX–shifter doet enigszins onder voor XT. Niet dat deze niet goed werkt – integendeel – maar waar een XT-schakelaar de mogelijkheid biedt vier verzetten in één keer op te schakelen en twee in één keer omlaag, daar is de SLX-variant beperkt tot respectievelijk drie en één.
Ook op de remmen prijken de letters SLX. En ook hier zijn die in principe een waarborg voor goede prestaties. Het relatief harde rempunt van de SLX’en vind ik niet onprettig en de stopkracht is goed. Toch wordt mijn enthousiasme enigszins getemperd. Reden: de combinatie van een vierzuigerrem aan de voorkant en een kleinere remklauw met maar twee zuigers achteraan. Daarbij is de achterste remschijf ook nog eens relatief klein: slechts 180 millimeter.
Natuurlijk, met mijn gewicht van nog geen zeventig kilo kom ik daar goed mee weg. Maar het wordt een ander verhaal als je tachtig kilo of meer weegt en ook nog eens met een zware rugzak op pad bent. Gewicht besparen op de remmen? Dat is wat mij betreft een no go. Op een trailbike van dit kaliber zouden remklauwen met vier zuigers vaste prik moeten zijn, óók op het achterwiel.

Wielen, banden…
Over de roterende massa op de Root Miller ben ik meer ambivalent. Oké, gezien de prijs van de testfiets is het niet gek dat de M1900’s van DT Swiss niet de lichtste trail-wielen op de markt zijn. Maar zijn ze zeer betrouwbaar en mocht er wat aan mankeren, dan zijn vervangingsdelen overal verkrijgbaar. Bovendien hebben ze modern brede velgen, met een binnenbreedte van 30 millimeter. Daarop vallen de 2.4 inch brede rubbers van Continental erg mooi. Ja, je leest het goed, Continental. In plaats van het obligatoire Schwalbe specificeert Rose banden van die ándere Duitse fietsbandenmaker.
Het betreft hier de Kryptotal, die Conti uitbrengt in specifieke uitvoeringen voor het voor- en achterwiel. Het is m’n eerste kennismaking met deze banden. Het grove profiel en de creatieve ribbels op de wangen wekken vertrouwen, maar in de praktijk komen deze rubbers toch niet helemaal uit de verf. Dat ligt niet zozeer aan de banden op zich, maar aan de keuze van de compound die Rose gemaakt heeft. Het rubber van de Kryptotals op de Root Miller is namelijk de hardste samenstelling die Conti bij deze banden levert. Deze zogenaamde Endurance-compound rolt weliswaar licht – veel lichter dan je op basis van de grove noppen verwacht – maar schiet tekort als het om grip gaat. Zeker bij de voorband zou een zachtere rubbersamenstelling meer zekerheid bieden. Zekerheid die op de smalle en steile rotspaadjes van Val Venosta soms zeer gewenst is.
Conti heeft overigens de Kryptotal met een zachtere compound gewoon in huis, dus het loont de moeite deze te proberen als de fabrieksbanden versleten zijn. Vooral ook omdat het karkas van deze Duitse banden fijn aanvoelt, met een evenwichtige mix van souplesse en ondersteuning.


Hoe rijdt de Rose Root Miller?
Klimmen: niet snel, maar je komt er wel
Alhoewel de meerderheid een Root Miller in huis zal halen om lekker te kunnen afdalen, moet je toch eerst bovenkomen. Was dat op dubbelgeveerde bikes van dit caliber nog niet zo lang geleden een crime, op deze Rose gaat het tamelijk moeiteloos. Natuurlijk, als je onderaan een lange klim staat moet je geen haast hebben om boven te komen. Gezien hun grove profiel rollen de banden weliswaar verrassend licht, maar een klimtijger is deze trailbike uit Bocholt natuurlijk niet. Dat heeft ook te maken met de actieve vering, die een greep naar de klimknop op de demper wenselijk maakt. Maar goed, ik zie dat niet als een probleem, waar daar ís die knop tenslotte voor.
Ook voor technische klimmetjes is de Root Miller niet bang. Relatief probleemloos dirigeer ik ‘m over smalle rots- en keienpaden omhoog. Hier is de geometrie de belangrijkste troef. De lange achterbrug verzekert je van voldoende druk op het voorwiel. Stoorzender is de relatief weinig gripvaste achterband. Maar laat ik eerlijk zijn: ook m’n benen laten me zo nu en dan in de steek. Oef! Hier kan je je afvragen of Rose de fitheid van zijn klanten niet overschat. Wat mij betreft – en ik classificeer mezelf in alle bescheidenheid toch wel als bovengemiddeld fit – zou een kleiner, 30-tands kettingblad meer op z’n plaats zijn. Met de 32er die er af fabriek op zit, loop ik op de trails van Val Venosta meer dan eens tegen m’n grenzen aan.
Dalen: vertrouwenwekkend en capabel
Laten we eerlijk zijn: je gaat niet naar een paadjesparadijs als Val Venosta om eindeloos te klimmen. Het draait daar om de afdalingen. En daarin stelt de Root Miller niet teleur. Vanwege de relatief lange achterkant en het hoge stuur heb je het gevoel dat je echt tussen de grote wielen staat. En dat geeft veel vertrouwen. Zelfs op een bruut rotspad, bezaaid met keien ter grootte van stoeptegels, blijft de fiets onverstoorbaar. En in snelle kuipbochten geeft het onderstel voldoende tegendruk.
Puntje van aandacht is wel de ingaande demping van de Rockshox Super Deluxe. Ik heb het gevoel dat die af fabriek wat te stevig is afgesteld voor mijn relatief lage gewicht van 67 kilo. Daardoor is er, ondanks een sag van net iets meer dertig procent, toch sprake is van een lichte onbalans tussen de wat stugge achterkant en de juist soepele voorkant. Bij zwaardere rijders zal dit vermoedelijk niet of veel minder spelen.
Desondanks is het rijden met de Root Miller zeker een feestje. Maar de eerlijkheid gebied me te zeggen dat feestje pas écht losbarst nadat ik andere banden heb omgelegd. Met de af fabriek gemonteerde Conti’s zijn er namelijk té veel momenten dat ik de controle dreig te verliezen. De Schwalbe Magic Mary en Big Betty met soft-compound – een van m’n favoriete combi’s voor in de bergen – lossen dat probleem effectief op. In combinatie met de capabele geometrie, de royale veerweg en de effectieve demping ontstaat met deze rubbers een niveau van grip en controle dat je bij een trailbike met minder veerweg niet snel zal zien.
Meer veerweg resulteert in de meeste gevallen in meer controle, meer grip en hogere snelheden. En met de Root Miller toont Rose dat nog eens duidelijk aan. Dat wil overigens niet zeggen dat de Root Miller een lompe tank is. “Designed for the fun part“, staat er op de onderbuis. En dat is zeker waar. Maar desondanks: in maat L is het wel véél fiets. Als je liefhebber bent van meer levendigheid, dan is een maatje kleiner geen slecht idee. Sterker: ik denk dat ikzelf met de kennis van nu misschien wel voor een M zou gaan.


Conclusie
De Root Miller was niet altijd een dikke trailbike. Deze dubbelgeveerde bike uit Bocholt begon z’n carrière als toerbike, met 120 millimeter veerweg achter en tien meer aan de voorkant. Dat was in 2013. Twaalf jaar later, bij de Root Miller van de vierde generatie, is die veerweg met maar liefst dertig millimeter gegroeid. Maar mét die extra veerweg – en niet te vergeten de bijbehorende, meer robuuste onderdelen – is ook het gewicht toegenomen. Woog de oer-Root Miller rond 12 kilo, de huidige doet – afhankelijk van de uitvoering – minstens drie kilo meer. De testfiets weegt zelfs 15,2 kilo.
Is dat erg? Hangt er vanaf hoe je daar tegenaan kijkt. Tegenover de gewichtstoename staat dat de Root Miller door de jaren heen steeds capabeler is geworden in ruig terrein, met de huidige versie als voorlopige apotheose. Té capabel naar je smaak? Dan heeft Rose met de Ground Control een lichter alternatief in huis, met 130 millimeter veerweg rondom. Maar leef jij voor het overmeesteren van uitdagende trails, dan kan de Root Miller best wel eens zijn wat je zoekt.
Goede rijeigenschappen, een doordachte afmontage en niet te vergeten een nagenoeg concurrentieloze prijs; ik zou niet weten waarom je deze trailbike niet in je virtuele boodschappenmandje in de webwinkel van Rose zou zetten. Geen zin in online kopen? Je kunt ‘m ook ouderwets ophalen in Bocholt, waar Rose net even over de grens een fraaie megastore heeft.

Rose Root Miller 2 2025| Prijs, specificaties en geometrie
Onderdelen, gewicht en prijs
Frame | Aluminium |
Vork | Rockshox Lyrik Select+ Charger3 RC2, 160 mm veerweg |
Achterdemper | Rockshox Super Deluxe Select+, 150 mm veerweg |
Achterderailleur | Shimano XT, 12-speed |
Schakelaar | Shimano SLX |
Crankset | Shimano SLX, 32t, 170 mm |
Cassette | Shimano SLX, 10/51t |
Ketting | Shimano SLX |
Remmen (v/a) | Shimano SLX BR-M7120/M7100 |
Remschijven (v/a) | Shimano SM-RT66, 203/180 mm |
Wielen | DT Swiss M 1900 Spline, 30 mm binnenbreedte, 28 spaken |
Voorband | Continental Kryptotal Fr Trail Endurance, 29 x 2.4 |
Achterband | Continental Kryptotal Re Trail Endurance, 29 x 2.4 |
Stuur | E13 Plus Alu, Ø 35 mm, 780 mm breed |
Stuurpen | E13 Plus, Ø 35 mm, 40 mm |
Zadel | Selle Italia |
Zadelpen | E13 Vario Infinite, 150/180 mm verstelbereik |
Gewicht compleet | 15,2 kg (framemaat L) |
Maximaal systeemgewicht | 120 kg |
Prijs | € 2.541,- (excl. verzendkosten) |
Garantie | Twee jaar garantie op het frame voor eerste eigenaar |
Extra | Zes jaar crash-replacement op frame à 50 procent van de nieuwprijs |
Geometrie
![]() |
![]() |
Website fabrikant: rose-bikes.de
Voor deze test gereden routes
Bij Velozine steken we een hoop tijd, geld en moeite in de productie van reisverhalen en biketests. We willen je inspireren er op uit te trekken en aanmoedigen dezelfde mooie mountainbikeavonturen te beleven als wij. De route die we voor het fotograferen van deze test gereden hebben vind je hieronder.