Test | Trek Stache 7: Ja, het mag een inchje meer zijn

Tijdens een rit enige tijd terug raakten we in gesprek over de nieuwste plus-sized wielen. Fatbikes kunnen mij niet bekoren; te weinig zand of sneeuw hier en met ‘hier’ bedoel ik Zweden. XC race hardtails werken evenmin: te veel stenen en ander lomp gedoe. Zouden die grotere banden – zeg ergens tussen 27.5×2.8″ en 29×3.2″ – een mooie tussenweg tussen die twee extremen vormen? Zijn plusbikes daarmee de gulden middenweg, of eerder een kansloos compromis? De vraag is absoluut actueel, omdat zowat iedere fabrikant onder het mom van meer grip en comfort inmiddels een hardtail of fully (en meestal beide) aanbiedt met plus sloffen. Sterker nog: genoeg fietsen die dit modeljaar weggezet worden als ‘geschikt voor 29″ óf 27.5″+’, zodat je met één fiets alsnog keuzevrijheid hebt.

Hier doet de Trek Stache 7 zijn intrede als eerste plus fiets die we uitvoerig mogen testen. Met 29×3.0″ Bontrager Chupacabra banden en een speelse geometrie is de fiets verre van een klassieke racebak. Maar wat is de Stache dan wel? Vallen de banden mooi tussen fat en skinny in? Voor wat voor rijder is dit ding eigenlijk?

Trek_Stache_29_2_VZ

De Stache 7 is met een adviesverkoopprijs van €2499 de middelste van drie Stache varianten. Een los frame is eveneens verkrijgbaar.

Back to the retro future

Zoals we eerder berichtten, is de Stache een voortvloeisel van Project Weird 1.0: “Hoe proppen we extra-dikke 29″ banden in een extra-speelse hardtail?” Vrij vertaald: hoe maak je de achtervork zo kort mogelijk terwijl er toch 29×3.25″ banden tussen passen? Stap één is de voorderailleur weg laten, want die zat in de weg van de achterband. Onze test-Stache is zodoende voorzien van een SRAM GX 1×11 groep. Stap twee is de liggende achtervork van het aluminium frame aan de aandrijfkant verhogen (elevated chainstays – wie kent ze nog?). Hiermee wordt ruimte gemaakt voor het kettingblad. Tot slot past Trek haar Stranglehold Dropout toe: met deze verschuifbare achterpatten kan je iedere band van 29″ type XC-smal, tot 27.5 of 29×3.25 monteren. Bovendien kan je hiermee de wielbasis aanpassen (korter voor meer wendbaarheid of langer voor meer stabiliteit), of als je je Stache ombouwt tot singlespeed: de ketting spannen.

Het vleugje ‘begin jaren 90’ houdt niet op bij de paarse kleur en de elevated chainstays: de Stache 7 en het Stache 9 topmodel zijn beide uitgevoerd met een Manitou vork – jawel! De Magnum is een afgeleide van de ons inmiddels vertrouwde Mattoc. De maten en systemen zijn uiteraard modern: Boost naven (110 mm voornaaf en 148 mm achternaaf), pressfit 121 mm trapasmontage en gedeeltelijk interne kabelgeleiding inclusief voorbereiding op een dropper zadelpen. De geometrie is redelijk neutraal: niet overdreven kort, lang, flauw of steil. De maat L testfiets mag officieel 19.5″ heten, maar heeft in werkelijkheid een zadelbuis van 18.5″. Standover te over dus. Door de bredere Boost naven en SRAM GX Boost crank is de kettinglijn 3 mm naar buiten verplaatst.

Trek_Stache_29_3_VZ

Elevated-chainstay: de ketting past er net onder, de kabel voor de achterderailleur past er net door; detailoplossingen maken de Stache een goede uitwerking van een maf – maar leuk! – concept.

Eerste indrukken

De lijnen en reeds genoemde details van de Stache stralen absoluut speelsheid uit. Mijn eerste gedachte toen ik op de paarse Trek het bos in reed, was dan ook “Raggen!”. De tweede gedachte was een vraag: “Waar is m’n dropper?” Zoals je wellicht verwacht van 29×3.0″ banden is de grip enorm en dan te bedenken dat het profiel nog een stuk agressiever kan.

Zo lang je maar blijft sturen en trappen monster-truck je er wel overheen…

De Stache is bij de juiste bandendruk lachwekkend capabel. Een trap op fietsen? Staand klimmen in mul zand (doorspekt met irritant geplaatste keien)? Gladde met groene algen uitgeslagen stenen? Allemaal geen probleem. Zelfs de “terror switchback” hier om de hoek – een krappe, met wortels en steenslag gevulde haarspeld – bleek haalbaar. Bergop. Zo lang je maar blijft sturen en trappen monster-truck je er wel overheen. De Stache is duidelijk een fiets die uiteenlopend terrein, van mul zand tot tricky Ardennenpaadjes, goed aankan. Alleen achtervering of nóg bredere banden zouden de grip nog verder verhogen!

Dankzij het grote volume zit het ook met het comfort van deze 3.0″ banden goed en het verschil met een ‘normale’ hardtail is overduidelijk. Opmerkelijk is eveneens de extra stabiliteit: nosewheelies en stoppies op de Stache bleken een stuk makkelijker uit te voeren dan op een eigen fiets (met 2.3″ banden). Zou dit een combinatie van grip en massa zijn? Qua bandendruk durfde ik met de nodige wortels en stenen op onze testpaden overigens niet lager dan 0.75 bar te gaan. De banden rolden dan al wat zijdelings bij hard insturen en het risico op snakebites was aanwezig. Gezien de wielen tubeless ready zijn is het devies dus: bestel twee ventielen en een flesje latex bij je Stache!

Trek_Stache_7_1_VZ

Dolle pret

“Boven de 1.0 bar kennen de Bontrager Chupacabra sloffen ook hun grenzen.”
Zoals ik eerder noemde, is de Stache 7 verre van een typische XC hardtail. De grip, het comfort en de stabiliteit nodigen uit tot ontdekken in onbekend terrein. Schakel terug en blijf malen met dat 30t kettingblad en je komt wel boven. Zoek je meer de snelheid op, dan blijkt de Stache nog steeds een prima metgezel. De banden krijg je, zelfs de fiets plat in de bocht leggend, maar moeilijk aan het driften. Volgas een rock-garden in racend komt de Stache er bijna vanzelfspreken stukken beter vanaf dan een normale hardtail. Op voorwaarde dat je de banden niet te hard oppompt. Ik gaf het al aan: de bandendruk is erg bepalend en boven de 1,0 bar kennen de Bontrager Chupacabra sloffen ook hun grenzen.

Met de vaart er in doet de geometrie, vooral de absurd korte achtervork (405 mm!), precies wat Trek beoogd had: een speelse fiets opleveren. De Stache is makkelijk door snel elkaar opvolgende bochten te gooien en laat zich prima manoeuvreren. Deze fiets vraagt ook op snelheid om te pushen naar de rand van grip, durf en kunnen. Het frame voelt behoorlijk stijf aan, wat je goed merkt als je in het lichtste verzet door mul zand omhoog harkt. Uiteraard doe je dit enkel omdat het nu eindelijk eens kan. Of de bredere Boost naven echt veel stijfheid aan de wielen toevoegen is tenslotte lastig te bepalen – merkbaar slap is het geheel in ieder geval niet.

In hezelfde kader is de keuze voor een Manitou Magnum Comp vork een goede zet van Trek. De 34 mm binnenpoten voelen preciezer aan dan de 32 mm poten van een XC vork. Vergeleken met een Mattoc is de demper van de Magnum Comp vrij simpel – een lockout vervangt losse HSC/LSC dempings-instellingen. Missen deed ik ze niet: de vork benut de 110 mm opgegeven veerweg goed en voelde nooit onvoldoende gedempt. Nu heb ik geen kans gehad om een alpenafdaling met de Stache te rijden, maar op de plaatselijke drops, rammelpaden en worteltapijten voelde het geheel gecontroleerd. Gecombineerd met de brede banden is de uitgaande demping wel aan de zware kant: met de rebound geheel open was de vork perfect. Lichtere rijders hebben zodoende mogelijk wat dunnere olie nodig.

Toch is het niet enkel dolle pret met de Stache. 29×3.0″ banden op behoorlijk brede velgen: Alles bij elkaar wordt het wel een beetje zwaar. Met pedalen van 350 gram kwam ik op een totaalgewicht net onder de 14 kg uit. Een flink deel van de massa zit ook nog eens in de wielen die bij iedere versnelling weer op gang geslingerd moeten worden. Je doet er zodoende goed aan de vaart er in te houden. Gelukkig lukt dat prima met al die nieuw ontdekte grip. Wil je van die grip echt profijt hebben dan moeten de banden wel redelijk zacht staan, met verhoogd risico op snakebites.

…het stuur in beweging krijgen kost net dat extra beetje moeite.

Wat ik bij dergelijke bandendruk storender vond, is hoe ‘stuurvast’ de voorband is. Hoe groter het contactoppervlak met de ondergrond wordt, hoe meer kracht je nodig hebt om band met het stuur te van z’n lijn af te draaien. Bij de 29×3.0″ Bontrager Chupacabra’s voelde het bijna alsof het balhoofd vast zat. Eénmaal draaiend was er weer niks aan de hand, maar het stuur in beweging krijgen kostte net wat meer moeite. Het gevolg voor mij was in het begin steeds met onderstuur de bocht in gaan. Eénmaal gewend werd het beter, tot ik weer op een fiets reed met beduidend smallere sloffen. Tot slot het enige echte mankement: had die nokjes voor de bidonhouder nou gewoon wat lager geplaatst! Dat had makkelijk gekund en dan was er  ruimte geweest voor een 750 ml bidon.

Conclusies

Alles bij elkaar is de Trek Stache 7 gewoon een ontzettend leuke fiets om mee te rijden. Terugschrikken voor lompere passages is niet nodig (verre van, zelfs!) en je komt even ver op rotsblokken, losliggende puinhellingen, zandstrand of wortelpaden. Koop er een licht wielsetje met 2.2″ banden bij en hij dubbelt ook als een prima Stravaracer voor die ritjes waar snelheid de grootste lol-factor is. Nee, de Trek Stache wordt daarmee geen wereldbeker XC-wapen, maar het maakt de Stache wel erg veelzijdig.

Als het gaat om jezelf uitdagen op nieuwe en moeilijkere paden, of als je gewoon op je fiets springt met de gedachte “we zien wel waar we uit komen”, dan is de Stache dankzij de geometrie, het stijve frame en voorvork, maar vooral de volumineuze banden het juiste gereedschap. Daarmee zou, na aanschaf van een dropperpost, dit wel eens de ultieme allrounder onder de hardtails zijn. Het antwoord op onze eerder gestelde vraag is na het testen van deze Stache in mijn geval dan ook: Ja, het mag een inchje meer zijn!

Tekst en foto’s: Eric Wictor

Geplaatst in Reviews en getagd met , , , , .
Subscribe
Notify of
guest
0 Comments
Inline Feedbacks
View all comments