Tekst: Jeroen van den Brand

De inzichten in dit artikel zijn mede gebaseerd op gesprekken met Patrick Jansen, die als trailontwerper en adviseur betrokken is bij talloze routeprojecten en overlegtrajecten in Nederland.
Routes ontstaan niet vanzelf
Nederland telt honderden kilometers aan mountainbikeroutes en paden die toegankelijk zijn voor gravelbikers. Meestal rijd je er zó op, zonder te weten hoeveel werk eraan voorafging. Maar achter elk paadje schuilt een praatje. Of eigenlijk, talloze praatjes; gesprekken en tomeloze inzet van veelal vrijwilligers die jarenlang lobbyen. Clubs, verenigingen of individuele bikers die overleg voeren met gemeentes, terreineigenaren en natuurbeheerders. En dat gaat, vaak met ondersteuning van de NTFU, ook steeds beter; de zichtbaarheid van mountainbikers en gravelbikers in natuurbeleid groeit. In steeds meer regio’s zijn we als recreanten en sporters gesprekspartner aan tafel. Dat klinkt positief en dat is het ook. Toch blijft dat afhankelijk van zichtbaarheid en lokale aanwezigheid. Maar het is ook nog steeds een feit dat we nog zelden structureel betrokken worden vanaf het begin van de beleidsprocessen.
De natuur staat onder druk en daarmee ook onze routes
Het gaat daarbij allang niet meer alleen om nieuw aan te leggen routes. De natuur staat onder druk door klimaatverandering, stikstof, recreatiedruk, woningbouw en landbouw. Dat dwingt overheden tot keuzes die directe gevolgen hebben voor toegankelijkheid. Soms uit noodzaak, soms uit wensdenken. Herinrichtingsplannen, zoneringsplannen met geclusterde recreatie, ecologische verbindingszones; het zijn geen papieren dromen, maar beleidsmatige realiteit.
Die realiteit heeft grote gevolgen voor iedereen die zich in die natuur wil bewegen. En zo staan ook mountainbikeroutes die al jaren gemeengoed zijn, of vrij rijden in een natuurgebied soms ineens ter discussie. Dat komt vaak doordat we pas in beeld komen wanneer plannen al vergevorderd zijn. En dan is bijsturen een stuk moeilijker. Het is daarom essentieel om zo vroeg mogelijk betrokken te zijn.
Hoe je dat doet? Dat leg ik je onderaan dit artikel verder uit. Maar eerst nog wat nodige context.
Mountainbike extensief of intensieve recreatie?
Hierbij speelt ook een minder zichtbare, maar fundamentele factor: de manier waarop recreatie juridisch wordt ingedeeld. Mountainbiken wordt in beleidsstukken en juridische procedures nog vaak als ‘intensieve recreatie’ gekwalificeerd, waar wandelen of fietsen op paden doorgaans ‘extensief’ heet. Dat verschil lijkt klein, maar bepaalt vaak of we wél of niet welkom zijn in natuurgebieden. En inmiddels ontstaat er steeds meer jurisprudentie over deze indeling. Het is dus niet alleen een beleidsdiscussie, maar ook een juridische weging.
In dit achtergrondartikel over extensieve en intensieve recreatie duiken we dieper in op wat deze indeling betekent, hoe die tot stand komt en wat jij als biker eraan kunt doen.

Oplettendheid en betrokkenheid maakt het verschil….
Neem het nieuwe natuurbeleid op de Veluwe, waar mountainbiken aanvankelijk categorisch uitgesloten werd in een nieuw zoneringsplan. En dat in een gebied waar wandelen en fietsen op paden en paardrijden wél waren toegestaan. Dankzij de oplettendheid van betrokkenen én de inzet van de NTFU werd het plan aangepast en werden bikers alsnog als volwaardige recreanten meegenomen.
In Schoorl zetten de vrijwilligers van MTB Noordwest zich al jaren onvermoeibaar in voor het behoud van mountainbikeroutes in een complex speelveld van natuurbeleid, regelgeving en publieke opinie. En ook in het Rijk van Nijmegen werkt een toegewijde groep mountainbikers aan duurzaam routebeheer en vertegenwoordiging richting overheden en natuurorganisaties.
In de regio Arnhem bundelden verschillende clubs zich tot de Arnhemse Bosfiets Coalitie om mountainbikeroutes te behouden die op de tocht kwamen te staan door een politieke ommezwaai. Ze werden een serieuze gesprekspartner voor de gemeente. En met succes; de routes bleven behouden.
… maar we zijn vooral nog té reactief
De voorbeelden hierboven lijken succesverhalen, maar in werkelijkheid illustreren ze vooral hoe moeizaam het pad is dat we nog vaak opnieuw moeten bewandelen. Ze zijn geen bewijs van onze structurele, vanzelfsprekende vertegenwoordiging in natuurbeleid vanaf het begin. Het zijn helaas anekdotes van incidenten waarbij we achteraf onze plek moesten opeisen of verdedigen.
Mountainbiken en gravelbiken verdienen een structurele plek in natuurbeleid, juist omdat het een duurzame en populaire manier is om natuur te beleven en kan bijdrage aan gedegen natuurbeleid. Maar zolang we niet vanaf het begin onderdeel zijn van beleidsprocessen, blijven we een buitenstaander die slechts mag hopen gehoord te worden omdat-ie misschien eens z’n stem verheft als het bijna te laat is. Precies dát moeten we op een structurele manier zien te veranderen.
Staan we als mountainbikers en gravelbikers niet twee-nul achter ten aanzien van natuurbeleid?
“Waarom krijgen wandelaars en ruiters altijd méér ruimte in het natuurbeleid dan wij?” Het is een veelgehoorde vraag zodra een route ter discussie staat. En die vraag voelt ook logisch als je ziet hoe vanzelfsprekend andere gebruikersgroepen lijken mee te praten.
Het is daarbij makkelijk en soms erg verleidelijk om te zeggen dat we bewust worden uitgesloten. En ja, negatieve beeldvorming over mountainbikers en gravelbikers speelt zeker een rol. Het cliché van die moddervreter die vogels en wandelaars de stuipen op het lijf jaagt en niets om de natuur geeft, is hardnekkiger dan het morele gelijk van de ‘echte natuurliefhebber’ met dure verrekijker en nul zelfreflectie.
Die ogenschijnlijke voorsprong van wandelaars en ruiters is niet te zo zeer te wijten aan de negatieve beeldvorming over mountainbikers en gravelbikers. En is ook niet per se het gevolg van betere organisatie. Ze zijn simpelweg al decennialang ingebed in beleidsstructuren; hun verenigingen hebben vaste lijnen met overheden en terreinbeheerders. Mountainbiken en gravelbiken zijn jongere sporten, maar maken gelukkig razendsnel stappen en staan dus wel steeds meer op de radar bij de makers van natuurbeleid. We krijgen dus momentum. Maar dat betekent allerminst dat we nu achterover moeten leunen.
Mountainbiken en gravelbiken zijn geen niches meer
Mountainbiken en gravelbiken zijn allang geen niches meer. In veel regio’s zitten we – onder meer dankzij lokale inzet en ondersteuning van de NTFU – inmiddels wél aan tafel bij natuurbeleid. Denk ook aan het goed verankerde vignettenstelsel op de Utrechtse Heuvelrug, of aan de zorgvuldige belangenbehartiging in Zuid-Limburg door stichting MOZL.
Zonder uitzondering zijn dit initiatieven die lokaal begonnen, maar nooit geïsoleerd opereren. De NTFU biedt ondersteuning, kennis, verbinding én toegang tot netwerken. En samen groeit zodoende een structuur waarin mountainbikers en gravelbikers niet alleen gehoord, maar ook serieus genomen worden bij het maken van natuurbeleid.
Het punt is dat deze successen altijd beginnen met één ding: iemand die op tijd opmerkt dat er iets speelt. En dus moeten we óók erkennen dat we nog niet structureel onderdeel zijn van participatietrajecten.
Van reparatie naar representatie
Dat we nu vaker aan tafel zitten, is hoopgevend. Maar in veel gevallen is dat pas nádat plannen al op tafel liggen. En dan is de invloed al snel beperkt. Willen we de inclusie van mountainbikers en gravelbikers écht duurzaam verankeren in natuurbeleid, dan moeten we niet pas meedoen als er dreiging is. We moeten vertegenwoordigd zijn zodra er visies gevormd worden, in klankbordgroepen, commissies en participatietrajecten. Niet ad hoc, maar structureel. Alleen zo voorkomen we dat mountainbikers en gravelbikers telkens opnieuw voor hun plek moeten vechten. We hebben dus nog werk te doen.
Tussen bomen en beleid: kijk mee vooruit
De realiteit is nog steeds dat herinrichtingsplannen vaak al vergevorderd zijn voordat ze publiek bekend zijn. En wie pas in actie komt als de schop de grond in gaat, is te laat. Maar als iemand — jij, bijvoorbeeld — op tijd een plan opmerkt in een lokale krant of online publicatie, dan is er nog wél ruimte om aan te haken.
Het begint met opletten. Zeker in gebieden waar geen uitgebreid vertakt verengingsnetwerk is of waar nog geen trailcrews betrokken zijn bij routes. En daarom is iedere mountainbiker en gravelbiker waardevol. Jij bent degene die als eerste ziet wat er lokaal verandert. Een bord in het bos. Een bestemmingsplan op de gemeentepagina. Een flyer over een inspraakavond. Dát zijn de momenten waarop we als community moeten aanhaken. Want alleen als we op tijd weten wat er speelt, kunnen we opkomen voor onze belangen en met een goed onderbouwd verhaal en concrete voorstellen aan tafel komen.
Wat kun jij doen?
Jouw betrokkenheid is dus van onschatbare waarde, ook als je zelf niet aan de vergadertafel wilt zitten. Jij rijdt daar waar het gebeurt. Jij ziet de bordjes, de borden en de plannen in de lokale krant. En jij kunt het sein geven. Niet alleen om te reageren, maar juist ook om kansen te signaleren en al in een zo vroeg mogelijk stadium bij plannen en projecten aan te haken. Je kunt helpen om de belangen van mountainbikers en gravelbikers zichtbaar te maken. Meld het bij je club, je lokale crew of direct bij de NTFU. Want alleen als we op tijd in beeld zijn, kunnen we meebeslissen. Je hoeft geen beleidskenner te zijn, alleen een alerte biker is al genoeg.
Concrete dingen die je kunt doen:
- Verdiep je in je lokale omgeving. Welke natuurprojecten lopen er? Zijn er participatieavonden of inspraakmomenten over natuurontwikkeling?
- Ga erheen. Stel vragen. Meld je als gebruiker van het gebied.
- Maak contact met lokale fietsclubs of trailcrews.
- Kun of wil je niet zelf namens de mountainbikers en/of gravelbikers spreken? Zorg dan dat iemand anders het wel doet.
- Schakel de NTFU in. Zij kunnen ondersteunen, meedenken en bemiddelen.
Slotgedachte
Juist door actief samen te werken met beleidsmakers, terreinbeheerders en andere betrokken partijen, bouwen we als mountainbikers en gravelbikers aan een stevige positie in het natuurbeleid. We hebben immers een gedeeld belang dat vaak ook prima samen kan gaan met dat van natuurverenigingen: het behoud van waardevolle natuur én de ruimte om die op een verantwoorde manier te beleven.
Wanneer we laten zien dat we meedenken, verantwoordelijkheid nemen en bijdragen aan oplossingen, worden we niet langer gezien als enkel gebruikers, maar als partners in natuurbeleid. Partners die begrijpen dat natuur-inclusief recreëren méér is dan alleen een route over een kaart tekenen. Het gaat om balans, vertrouwen en betrokkenheid. En precies daarmee maken we het pad vrij naar een toekomst waarin onze sport en de natuur samen kunnen groeien.










