Special | Een stuur met meer ‘flare’ voor je gravelbike?

Wat is een gravelstuur en waar moet je opletten?

Met de opkomst van de gravelbike wordt er ook gesproken over gravelsturen, of meer generiek, een stuur met ‘flare’. Wie zich in de vormen voor gravelbikesturen verdiept, komt al snel veel nuances tegen. Diep, ondiep, veel of weinig ‘flare’. En wat betreft ‘flare’ heb je nog zoiets als ‘flare out’ en ‘flare up’. Wat ís een gravelstuur nu eigenlijk? En wat is ‘flare’? En waarom zou je een specifieke stuur nodig hebben op je gravelbike? In deze special leggen we je de termen uit, vertellen we over welke effecten ze hebben en wat deze brengen.

Tekst: Eric Wictor

Gravelbike, met gravelstuur, voorzien van flare

Waarom heeft een gravelbike een racebocht met ‘flare’?

Laat het maar aan de fietsindustrie over om voor elke niche met superspecifieke onderdelen te komen. Gravelbikes zijn inmiddels geen niche meer natuurlijk, maar het is wel een genre waar momenteel enorm veel wordt geëxperimenteerd. Wieldiameter en bandbreedte zijn de meest logische. De fietsindustrie lijkt maar wat graag alle experimenten die in de jaren ’90 op de mountainbike werden losgelaten, te willen herhalen bij de gravelbike. Zo zien we inmiddels ook vering op sommige gravelbikes.

“De gemene deler bij dit type sturen maakt ze ook meteen visueel snel herkenbaar; het zijn racebochten waarbij de zijkanten wat naar buiten zijn gebogen en waarbij de rem/-schakelgrepen wat meer onder een hoek staan.”

Maar misschien wel het meest duidelijke en inmiddels meest beklijvende gravel-specifieke onderdeel is het gravelstuur. Of eigenlijk gravelsturen, want er zijn enorm veel variaties. De gemene deler bij dit type sturen maakt ze ook meteen visueel snel herkenbaar; het zijn racebochten waarbij de zijkanten wat naar buiten zijn gebogen (‘flare’) en waarbij de rem/-schakelgrepen wat meer onder een hoek staan. Maar, zo zul je merken, er zijn talloze nuances in dit genre en het ene stuur werkt beter voor jou en jouw gravelbike, dan het andere. Voordat we in het nut van een heus gravelstuur proberen te wegen, duiken we eerst in de termen die je bij je sturen voor je gravelbike tegenkomt.

Onder in de beugel van je gravelstuur, meer flare geeft meer controle

Of je nu een sprintje trekt of een flinke technische sectie omlaag ragt; een gravelstuur met wat flare geeft je onderin de beugels meer breedte en met die breedte komt meer controle.

Flare up, flare out: wat betekent dat eigenlijk?

Een gravelstuur is in de kern een variatie op de klassiek racefietsstuur (ook wel ‘racebocht’). Bij een klassieke racebocht vallen de beugels – de naar onderen gebogen stuuruiteinden – praktisch geheel ónder de rem-/schakelgrepen. Het hele stuur ‘vult’ als het ware een rechthoekige doos. Er zijn dan drie belangrijke waarden voor de geometrie. Ten eerste de breedte, gemeten op de plek waar de rem/-schakelgrepen zijn gemonteerd. Dan is er reach: hoe ver de beugels ten opzichte van de klemming van het stuur in de stuurpen naar voren lopen. Tot slot is er de drop, oftewel hoe diep de beugels zijn.

“Waar gravelsturen vervolgens afwijken van racesturen, is dat de bochten (in voor/achteraanzicht) naar boven en/of naar buiten gebogen zijn. Dit noemen we respectievelijk ‘flare-up’ en ‘flare-out’.”

Vervolgens komen daar nog variaties in de vorm van de beugels en het vlakke deel bovenop het stuur bij. Dit soort variaties kom je óók tegen bij sturen voor je gravelbike, zoals je verderop ook bij onze praktijkvoorbeelden zult zien. Waar gravelsturen vervolgens afwijken van racesturen, is dat de bochten (in voor/achteraanzicht) naar boven en/of naar buiten gebogen zijn. Dit noemen we respectievelijk ‘flare-up’ en ‘flare-out’.

Waarom is een flared-racebocht handig op een gravelbike?

Op de racefiets gebruik je de bocht (of beugel) veelal om méér aerodynamisch te zijn. De diepere zit heeft echter nog een bijkomstig effect. Je zwaartepunt op de fiets verlaagt. Daardoor kun je – ook op de weg – met méér controle afdalen. Dat voelt misschien contra-intuïtief, maar het is precies om deze reden waarom de onderkant van het gravelstuur zoveel aandacht krijgt. Want bij het offroad bergaf rijden met je gravelbike heb je dankzij de flare-up en/of flare-out ontstane bredere uiteinden van van je gravelstuur, meer controle. Maar ook wanneer je door los zand rijdt – al dan niet met het extra gewicht van een kampeeruitrusting – kun je dankzij deze extra breedte beduidend koersvaster doorploeteren.

“…bij het offroad bergaf rijden met je gravelbike heb je dankzij de flare-up en/of flare-out ontstane bredere uiteinden van van je gravelstuur, meer controle. Maar ook als je door los zand rijdt… kun je dankzij deze extra breedte beduidend koersvaster doorploeteren.”

Flare heeft echter ook invloed op ergonomie op je gravelbike. Meer flare-up betekent doorgaans dat de drop van beugels minder diep uitvalt. En hierdoor verschilt de handpositie (en dus de mate waarin je voorover buigt) onderin veel minder met die bovenop de rem-/schakelgrepen. Daarmee is deze houding dan ook veel langer vol te houden.

Mark rijdt momenteel met een stuur met relatief milde flare. Maar zelfs dan staan de rem-/schakelgrepen al onder een hoek. Bij het rijden met de handen bovenop de grepen is de hoek van de pols ten opzichte van de onderarm  natuurlijker. Om die reden zie je dan ook dat bij steeds meer racefietsen sturen worden toegepast met een beetje flare. Het is simpelweg meer ergonomisch. Foto: Dan Zoubek


Klik open voor meer achtergrond: Alles dat oud was, is weer nieuw
Ook hier is het anekdotisch dat dit een gevalletje is van ‘alles dat oud was, is weer nieuw’. Want precies voorgenoemde argumenten lagen ten grondslag aan de zogeheten ‘dirt drop bars’ die sommigen in de jaren ’70 en ’80 door sommigen op hun mountainbikes schroefden.

Kort na het ontstaan van de mountainbike in de jaren ’70 was het vlakke, rechte stuur zoals we dat nu kennen helemaal niet per definitie hét mountainbikestuur. Bij gebrek aan specifieke onderdelen werd volop gebruik gemaakt van racefietsonderdelen en dus ook sturen. Het uitbuigen (ja, dat deed men in eerste instantie gewoon zelf) van de stuuruiteinden gaf een breder stuur en daarmee beduidend méér controle. Precies wat je wilt wanneer het pad voor je, flink ruig wordt.

Cunningham met Dirt Drop Bar – Foto: Eric Rumpf

Charlie Cunningham (mede-oprichter van WTB) bouwde in de jaren ’70 van de vorige eeuw al vooruitstrevende mountainbikes. Terwijl iedereen stalen frames maakte, met de geometrie die amper onderdeed voor een racefiets, ontwikkelde Cunningham geometrieën die niet onder doen voor moderne mountainbikes en experimenteerde hij met overgedimensioneerde aluminium buizen én… met een racefietsstuur met flink wat flare-up en flare-out. Hij boog de zijkanten van een Cinelli-racefietsstuur naar buiten, om zo een breder stuur te krijgen voor méér controle. Via WTB werden uiteindelijk de Dirt Drop Bars op de markt gezet; een stuur dat ‘af fabriek’ deze vormen volgden. Je kan dit gerust zien als een voorvader van de huidige gravelsturen. Merk op: bij de WTB Dirt Drop Bar reed je in feite altijd ín de beugel/drop. Foto: Eric Rumpf

Backsweep en rise

Hoewel dus het meest visueel herkenbare aan een gravelstuur de uiteinden zijn dankzij de flare up/out, wordt er momenteel ook op andere plekken aan de vorm van het stuur voor je gravelbike gesleuteld. Naast het ovaliseren van de buis op het bovenste, horizontale deel voor aerodynamica en/of verbeterde ergonomie, zien we de opkomst van ‘backsweep’. Hierbij is het bovenste deel van het stuur naar beide zijkanten toe ietwat naar achteren gebogen. Dit is analoog aan wat je bij mountainbike sturen ziet. Het maakt namelijk dat de polsen, als je je handen boven op het stuur plaatst, een iets meer natuurlijke hoek maken.

Gravelstuur met backsweep

Sommige sturen hebben bovenin een backsweep, oftewel een achterwaartse buiging, zoals Giant die ook toepast op de Revolt gravelbike (test). Herdoor staan je polsen, als je met je handen bovenop het stuur rijdt, onder een iets gunstigere, meer ergonomische hoek. Foto: Giant Bicycles.

Een ander fenomeen is de zogeheten ‘rise’. Wederom betreft dit het bovenste deel van het stuur, waarbij het stuur vanaf de klemming bij de stuurpen iets omhoog komt. Hierdoor kun je meer rechtop zitten, zonder dat je de stuurpen omhoog zet (qua hoek of door vulringen toe te voegen). Rise is vooral handig wanneer je vorkbuis niet lang genoeg is om je stuurpen hoger te zetten.

Ritchey WCS Ergomax gravelstuur met upsweep

Ritchey levert onder meer de Ergomax met een rise.

Hoewel backsweep en rise óók (of eigenlijk: vooral) bijdragen aan rijcomfort, concentreer ik me in deze special vooral op de effecten van flare-up en flare-out, met de variaties die je daarbij hebt omdat die meer fundamenteel ingrijpen op rijgedrag.

Tekst gaat verder onder de foto
Onderin de beugel van je gravelstuur; meer aero, maar dankzij flare ook meer controle

Gravelsturen: welk stuur past het beste op jouw gravelbike?

Of je profijt hebt van een gravelstuur en of daarbij weinig of juist veel flare-up en/of flare-out van belang zijn, hangt van een aantal zaken af. De geometrie van je fiets (een al diepe zit – of juist niet), het terrein en je rijstijl zijn het belangrijkst. We maken je graag wegwijs in waarop te letten en wat de invloed van de belangrijkste parameters is.

Ere Research Explorator stuurlint op gravelracer

Werkt een meer traditioneel stuur met geen of weinig flare voor jou? Of is méér flare per definitie beter? Dat hangt van meerdere aspecten af, waarbij het terrein en je rijstijl de meest belangrijke variabelen zijn.

“Gravelbikes betekenen voor veel rijders hele verschillende dingen… Dit levert hele andere eisen met betrekking tot comfort en controle. Er is gelukkig voor bijna iedereen wat wils, maar er zijn ook een aantal compromissen die je moet sluiten.”

Gravelbikes betekenen voor veel rijders hele verschillende dingen. De ene wisselt grind en asfaltstroken af, de andere gravelbiker komt het bos niet uit en rijdt uitsluitend paden en singletrack. De één maakt ritten van een uurtje of twee met slechts een bidonnetje. De ander is een goede week weg met kilo’s bepakking. Dit levert hele andere eisen met betrekking tot comfort en controle. Er is gelukkig voor bijna iedereen wat wils, maar er zijn ook een aantal compromissen die je moet sluiten.

Om de proef op de som te nemen vroeg ik vier sturen aan met een variatie in drop, reach, flare-up, flare-out en met hier en daar wat bijzondere details. Ik monteerde die telkens op dezelfde gravelbike, om de verschillen óp die fiets zo goed mogelijk te kunnen onderscheiden. Maar ook om op te maken wat voor aandachtspunten er zijn om het betreffende stuur goed tot zijn recht te laten komen.

Merk op: de geselecteerde vier sturen representeren lang niet het brede aanbod dat er inmiddels aan sturen is voor de gravelbike. Ze zijn echter wel illustratief voor een aantal cruciale punten waarmee je rekening moet of kunt houden bij de selectie van een gravelstuur.

Gravelsturen, stuur voor je gravelbike, breed, breder, breedst, met diverse vormen van flare up en flare out

Breed, breder, nóg breder, breedst!
Klik open voor mijn uitgangspunten
Voor een initiële vergelijking is het goed om te weten de standaard set-up op mijn eigen gravelbike is:

  • Easton EA70X stuur, 440 mm breed*, 120 mm drop, 80 mm reach, 16º flare-up, verwaarloosbare flare-out;
  • Easton EA90 stuurpen, 100 mm lang, -6º hoek, 20 mm vulringen eronder.

Deze set-up heb ik bij het opbouwen van mijn gravelbike gekozen als middenweg tussen mijn voormalige racefiets en een meer op singletrack gerichte cockpit. Inmiddels ben ik er achter dat wanneer het technischer wordt – lees: paden die je typisch misschien eerder met de mountainbike opzoekt – het allemaal nog wel wat stabieler mag.

Easton EA70X Gravelstuur, met 16 graden flare up, marginale flare out

Easton EA70X Gravelstuur, met 16 graden flare up, marginale flare out

*: Opgegeven breedte volgens fabrikanten is altijd ter plekke van waar de remhendels c.q. rem-/schakelaars op het stuur gemonteerd worden

Ritchey Venturemax

  • Specificaties testexemplaar: 440 mm breed, 6º sweep, 102 mm drop, 76 mm reach, 24º flare-up, 6º flare-out.
  • Leverbaar in Comp (€ 49,95) en WCS (€ 99,95) uitvoeringen, in 380-460 mm breedte.
  • Website fabrikant: ritcheylogic.com

De Venturemax verschilt het minst van mijn eigen materiaal. Ooit heb ik natuurlijk wel nagedacht over wat ik zelf ging kopen, dus ik had weinig verwachting dat de eerste Ritchey-combinatie erg anders zou voelen of rijden. De afwijking zit vooral in de flare (waardoor het stuur onderin 30 mm breder uitvalt) en de ondiepere bocht. Die 20 mm minder drop voelt in de praktijk als een gigantisch verschil. Hierdoor heb ik zelf de neiging véél vaker onderin te rijden dan op de rem-/schakelgrepen, zeker als het lange, vlakke stukken betreft. En des te meer wanneer de snelheden hoog zijn en het pad ruw is. Die extra 30 mm breedte helpt ook absoluut bij secties waar meer stuurprecisie vereist is.

Gravelbike stuur – Ritchey Venturemax

Gravelsturen – Ritchey Venturemax

Ergo-knik

De Ritchey Venturemax is het enige stuur van de vier dat is voorzien van een ‘ergo-knik’ onderin. In mijn geval dwingt me dat tot één specifieke handpositie. Ja, die is zeker comfortabel. Maar mijn bezwaar is dat ik vervolgens op die positie nét met m’n wijsvingers de remhendels mis. Nu kan ik de reikwijdte ervan wel instellen… maar dan knijp ik mijn pink frut als ik ‘op’ de hendels rijd en rem.

De bolling van de ergo-knik drukt ook precies in mijn handpalm. En eigenlijk doet het snel precies het tegenovergestelde van wat men voor ogen had. Het idee achter zo’n bolling is dat de druk over de gehele hand verspreid wordt, maar wat er in de praktijk gebeurd is dat er (te) veel druk komt op het weke, centrale deel van de hand. En dat voelt veelal onaangenaam. Het is daarbij ook erg afhankelijk van het formaat handen dat je hebt. In mijn geval gaat het zonder of met dunne handschoenen lang prima. Wel merk ik dat ik met dikke winterhandschoenen uit de stuurbocht wegglijd zodra ik over een flink obstakel rijd.

Concluderend had ik verwacht dat de Venturemax erg dicht bij mijn eigen opstelling zou liggen. Qua fietshouding klopt dit, qua ergonomie absoluut niet. De ondiepe bocht staat toe dat je vaker en langer diep in de beugels rijdt, wat fijn is op snelle stukken. De extra flare (en dus extra breedte onderin) geeft meer controle, maar wordt in steile afdalingen teniet gedaan door de hogere over-the-bar gevoel van een ondiepe bocht. Kortom: een aanrader voor wie vooral snelle, ruwe secties in het vizier heeft.

Samenvatting

+ Ondiep waardoor je de groot deel van de rit in de beugels kan hangen
+ Lichte backsweep bovenin is fijn op lange beklimmingen

Ergo-knik in de beugels is niet voor iedereen ergonomisch en leidt tot verlies van grip

Ritchey Beacon

  • Specificaties testexemplaar: 460 mm breed, 4,5º sweep en afgeplat naast stuurpen, 80 mm drop, 65 mm reach, 36º flare-up, 6º flare-out.
  • Leverbaar in Comp (€ 49,95) en WCS (€ 99,95) uitvoeringen, in 400-460 mm breedte.
  • Website fabrikant: ritcheylogic.com

Vergeleken met de Venturemax heeft de Beacon 50% (!) meer flare-up. Onderin de beugels zit je zodoende hoger, korter én breder met je handen. Zowel reach en drop zijn vrij mager (65 mm resp. 80 mm). Daardoor is het verschil in handposities op – of onderin – de beugels wéér een stukje minder. Dat komt goed uit, want door de sterke flare-up heb je de neiging meer onderin te blijven rijden. Doordat de zit niet zo heel veel dieper is, vergt het voor normale gravelritten  weinig aanpassingen. De eerste ritten heb ik al snel 50% van de tijd onderin gereden!

Ritchey's Beacon gravelstuur heeft weinig reach en drop, maar een extreme flare up

In het terrein, met name op hoge snelheid en op singletracks waar je écht moet sturen, zijn de breedte en extra flare-up van de Ritchey Beacon voordelig. Vergeleken met mijn eigen vrij conservatieve set-up is de toename in controle fors. Juist daarom is deze stuurvorm zinvol voor wie wat minder met gravelracen bezig is en wat meer met de avontuurlijke weg van A naar B. Ik heb er flink wat kilometers mountainbikeroute mee gereden – het karakteristieke kombochtenwerk met wat wortels hier en daar – en het voelt bijna natuurlijk!

Doordat de beugels een doorlopende kromming hebben is er wat meer variatie in handposities mogelijk. Bij de Beacon hoef je geen keus te maken tussen bij de remhendels kunnen vanuit de bocht, óf je handen bovenop de hendels – het kan allebei zonder noemenswaardige compromissen. En behalve de aanvalshouding met je handen voorin de bocht, kan je ook comfortabel aan de uiteindes hangen. Ellebogen geblokkeerd, blik 3 m voor je voorwiel, met nog 42 km kaarsrecht grind voor je uit. De afgeplatte secties naast de stuurpen zijn comfortabel als je even anders wil zitten of een klimmetje opharkt.

Het Ritchey Beacon gravelstuur heeft een flinke flare up

De Beacon houdt niet eens de schijn op een racestuur te zijn: dit is gravel pur sang. Dat komt met name door de sterke 36º flare-up.

Eigenlijk heeft de Ritchey Beacon een vorm die je uitdaagt steeds in die aanvalshouding te gaan zitten. Je kan immers goed bij de remhendels en houdt lekker druk op het voorwiel. Bochten duw je makkelijk door en corrigeren bij een fout gaat al even makkelijk. Je waant je bijna op een mountainbike. En juist daarom is het hier misschien handig toch wél die 10-15 mm aan vulringen onder je stuurpen te zetten. Dan kan je praktisch altijd in de beugels van de Beacon blijven zitten.

Samenvatting

+ Onderin lekker breed voor veel controle
+ Zeer ondiep waardoor je de groot deel van de rit in de beugels kan hangen

Flare is groot genoeg dat je, op de hendels rijdend, je pols een eind moet knikken
 Breedte onderin is iets om rekening mee te houden als je bomen of hekjes rakelings passeert

Salsa Cowchipper

  • Specificaties testexemplaar: 440 mm breed, 116 mm drop, 68 mm reach, 24° flare-up, 12° flare-out.
  • Leverbaar in Regular (€ 59,99), Deluxe (€ 94,99) en Carbon (€ 249,99) uitvoeringen, in 380-520 mm breedte.
  • Website fabrikant: salsacycles.com

Na alle kilometers met de twee Ritchey-sturen voelt de Salsa Cowchipper een stuk normaler. Let wel: de flare-up is nog steeds significant, maar de vorm en diepte van de drop ogen wat klassieker. Alle handposities zijn zodoende goed bruikbaar, zonder concessies te hoeven doen qua afstelling van remmen/shifters. De vrij korte reach maakt het ook hier mogelijk wat vaker of langer in de beugels te blijven zitten. Een bijkomend voordeel: afdalend diep in de drops zit je ook weer niet té gestrekt.

Het Salsa Cowchipper gravelstuur heeft minder extreme flare up / flare out dan de Woodchipper

Het Salsa Cowchipper gravelstuur heeft minder extreme flare up / flare out dan de Woodchipper

De Cowchipper oogt vergeleken met beide Ritcheys wat normaler.

Zoals inmiddels thematisch mag blijken: meer flare geeft ook hier extra controle in de afdalingen en op singletrack. Doordat de beugels wat dieper zijn dan van de eerder geteste sturen, maar de reach beperkt is, kom je wel lager, maar niet veel langer te zitten. Wanneer het steil wordt vertaalt dit zich in een stabiele positie, zonder overzicht te verliezen of teveel druk op je voorwiel te krijgen. Al met al voelt de Cowchipper redelijk vertrouwd (lees: zoals mijn eigen Easton AX70) maar in de meeste opzichten wat beter: comfortabeler en met meer controle.

Merk wel op dat de Cowchipper door Salsa anders gemeten wordt: dit ’44 cm’ stuur meet eerder 42 cm op de rem-/schakelhendels. Eén maatje groter had van mij daarom wel gemogen. Verder moeten de hendels op de Cowchipper wat hoger gemonteerd worden. Zelf heb ik de voorkeur aan een wat vlakkere positie zodat ik mijn pols minder knik (zie foto Ritchey Beacon-stuur). Echter: door de korte reach en vorm van de bocht ontstaat hier een oncomfortabel putje bovenop de greep.

Samenvatting

+ Korte reach maar redelijke bocht, waardoor je lager (en stabieler) maar niet langer komt te zitten

Kromming bovenin de bocht is zo kort er een wat dieper putje ontstaat tussen stuur en rem-/schakelhendel

Salsa Woodchipper

  • Specificaties testexemplaar: 440 mm breed, 114 mm drop, 56 mm reach, 25° flare-up, 38° flare-out.
  • Leverbaar in Regular (€ 59,99), Deluxe (€ 99,99) en Carbon (€ 249,99) uitvoeringen, in 420-460 mm breedte.
  • Website fabrikant: salsacycles.com

Salsa Woodchipper gravelstuur

Uit deze hoek lijkt het al haast een dirt-drop: de Woodchipper is een gróót stuur.

De Salsa Woodchipper heeft een opvallend grote flare in beide richtingen. Hierdoor wordt je min of meer gedwongen één handpositie aan te nemen: in de beugels met je ellebogen naar buiten. Deze aanvalshouding is natuurlijk vooral zinvol op lastige paden waar een mountainbike verder niet zou misstaan. De beugels lopen vrij ver naar achteren door en bieden ruime positie voor je handen op lange rechte stukken of snelle afdalingen.

Ergonomie en controle van de Woodchipper verschillen wezenlijk van de eerder benoemde sturen, juist door de sterke flare. Eenmaal voorin de drops rijdend kan je niet meer met rechte armen zitten. Ellebogen worden naar buiten gedwongen. Zélf dwing je je gravelbike met gemak over lastige secties mountainbikeroute, op een vierkante centimeter draaiend om wortels en stenen te ontwijken.

De keerzijde is dat buiten de beugels dit stuur geen handposities biedt. Door de enorme flare out zijn de remhendels flink naarbinnen gedraaid. Je kan er wel bij, maar de houding voelt onhandig smal aan. Dat is het ook echt: de nominale breedte van de Woodchipper is gemeten waar de remhendels aan het stuur zitten. Niet waar je handen op de hendels zouden vallen, wat zo’n 5 cm per hand scheelt. Vervang je je bestaande stuur zomaar door een Woodchipper, dan is de positie bovenop de rem-schakelhendels ook nauwelijks bruikbaar: je polsen moeten flink naar binnen knikken. De oplossing is een veel kortere en hogere stuurpen, net als bij een heuse dirt-drop. Kortom: de Woodchipper is de oplossing voor ultieme controle, maar vereist ook verdere aanpassing.

Samenvatting

+ Door de verplichte en brede aanvalspositie zeer doelmatig op lastige secties
+ Breedte einde beugels geeft veel controle

Houding op de remhendels is bijna onbruikbaar smal
Gebruik vereist flinke aanpassing van je stuurpen

Tekst gaat verder onder de foto.
Cube Nuroad Pro gravelafdaling

Conclusies en aanbevelingen

Nu kan je denken “Ik zie door de bomen het bos – of gravelpad (…) – niet meer. Te. Veel. Mogelijkheden!” Toch zijn er een aantal brede conclusies te trekken. Ook zijn er enkele details, die je kunnen helpen te een stuur voor je gravelbike te kiezen, de moeite van het uitvergroten waard .

Méér flare: meer controle, máár minder opties

Hoe méér flare een gravelstuur heeft, hoe groter het verschil tussen de nominale breedte (ter hoogte van de remhendels) en de onderkanten van de bocht. Méér flare geeft – onder ín het stuur – dus meer controle. Rij je bovenop de remhendels, dan moeten je polsen meer knikken, zeker als het om schakelen gaat; omhoog door flare-up en naar binnen door flare-out. Er is enig samenspel: ietsje meer flare-out maakt stevige flare-up vervolgens wat comfortabeler. Maar er is tevens een grens: zie het Salsa Woodchipper-stuur. Hier is de houding in de beugels de enige die echt werkt. En dan nog vergt het een flinke aanpassing van de rest van je cockpit.

Salsa Woodchipper gravelstuur met extreme flare up en flare out

Niemand rijdt met ellebogen 30-40º naar buiten gericht op de racefiets en toch is dat precies wat de Woodchipper van je verlangt op de gravelbike; de enige juiste aanpassing om überhaupt bovenop de remhendels te kunnen rijden – laat staan schakelen – is het hele stuur met een veel kortere, hogere stuurpen dichterbij brengen.

Je cockpit is méér dan alleen een stuur

De effectiviteit van een andere stuurvorm ligt natuurlijk grotendeels aan je uiteindelijke houding. Als je meer controle hebt maar vervolgens oncomfortabel diep of gestrekt zit – of juist opgepropt! – dan heb je er in de praktijk niks aan. Naarmate je gravelstuur qua vorm, flare en afmetingen afwijkt van wat je als klassiek racestuur zou bestempelen, kan het lonen te kijken naar het schuiven van spacers of zelfs een andere lengte stuurpen. Daarom: zaag nooit te snel je vorkbuis af!

Méér flare-up: minder drop, méér afwisselen

Flare-up zorgt ervoor dat de onderkant van de beugels minder diep komt te liggen. Daardoor is de diepste houding voor menig rijder langer te gebruiken. Veel fietsen zijn qua geometrie (en vaak afstelling) geoptimaliseerd rond het rijden met de handen op de remhendels. Bijgevolg is de houding onderin de beugels voor velen niet lang is vol te houden, zeker niet als er stevig doorgetrapt moet worden.

Een stuur met meer flare-up maakt het mogelijk langer in de beugels te blijven rijden. Enerzijds zorgt dit ervoor dat je tijdens je epische avonturen beter af kan wisselen in handposities. Anderzijds biedt het meer controle én een lichte aerodynamische verbetering als je bijvoorbeeld met 40 km/u over een ruwe grindweg jakkert.

Let op de details!

Flare en andere getallen zeggen niet alles over een stuur. De vormgeving, zelfs tot in kleine details, kan grote invloed hebben op ergonomie. Comfort maar net zo goed controle hangen daarmee samen. Voorbeelden van vormgeving die regelmatig toegepast worden op racebochten én gravelsturen zijn ergo-knikjes. Onderin de beugels, zoals bij de Ritchey Venturemax. Of juist bovenin, als sweep (achterwaardse buiging ) toegepast zoals op een mountainbikestuur. Beide zaken moeten je handen én houding goed liggen. De ene persoon ervaart hier mee meer comfort, de ander juist niet.

Gravelsturen; maten en het type flare zeggen niet alles

Getallen alleen zeggen maar voor een deel iets over de exacte vorm van een gravelstuur. Kleine details, zoals knikjes, de radius van de buigingen en dergelijke, bepalen mede in hoeverre het stuur voor je werk. De positie van de rem-/schakelgrepen zijn daarbij bij sommige sturen slechts beperkt aanpasbaar.

Cadex AR carbon stuur gravelbike

Sommige sturen hebben bovenin een backsweep, zoals deze Cadex AR. Hierdoor staan je polsen onder een iets gunstigere hoek als  je het stuur bovenop vastpakt. Merk wel op dat de effectieve reach van zo’n stuur mogelijk korter is dan gespecificeerd. Let dus goed op hóe een fabrikant de afmetingen weergeeft. Foto: Cadex Cycling

Dit gaat bij mij nét niet goed: door de bijzonder korte bocht van het Cowchipper-gravelstuur valt mijn duim(bot) in een putje. Het resultaat is weinig ondersteuning en na 6 uur rijden een zeer geïrriteerde zenuw. Blij kleinere handen zou dit ongetwijfeld geen punt zijn.

Ook de kromming van de beugels is van belang. Een korte reach kan prima zijn. Wanneer je deze combineert met een wat scherpe knik, krijg je geen vlak verloop van bovenkant stuur naar bovenkant rem-/schakelgrepen. Op beide Salsa sturen zie je dit, hoewel je kan betogen dat het bij de Woodchipper niet echt relevant is. Hoe dan ook: rij je vaak met je handen echt op de overgang stuurlint – remgreep, dan mis je hier potentieel ondersteuning.

Breedte van je gravelstuur

Inmiddels is het ook bij gravelbikes steeds meer een trend om een breder stuur te monteren, ongeacht of dat nou komt door extremere flare of een grotere afstand tussen de rem-/schakelgrepen. Maar bedenk wel dat ook op de gravelbike er iets bestaat als té breed. Komen je handen pakweg 10 cm verder uit elkaar te staan dan je eerder gewend was, dan kom je merkbaar dieper te zitten. Dit is op te vangen met extra vulringen, maar het significant bredere gravelstuur maakt het sturen van erg krappe bochten lastiger. Besef namelijk dat de zijkant van een stuur (in de buitenbocht) verder naar voren gaat dan bij een smal stuur. Een breed stuur en een krappe bocht betekent dan ook dat je meer uitgerekt wordt; iets dat het rijgedrag en comfort niet altijd ten goede komt.

Curve Walmer dropbar met extreme breedte en flare

Het Australische Curve Cycling levert met de Walmer een dropbar die verkrijgbaar is met een breedte van 60 cm (ter hoogte van de rem-/schakelgrepen). Onder aan de flared-uiteinden meet het stuur zelfs een niet misselijke 75 cm. Foto: Curve Cycling

Tot slot

Neem je bij de keuze van een stuur voor je gravelbike álle variabelen in acht, dan blijft het belangrijk om te kijken naar je rijstijl en ergonomie. Ben je een meer traditionele racebocht – zonder flare dus – gewend, dan is een beetje meer flare als snel een flinke verbetering in controle! Merk je dat je onderin de beugels nooit echt lang kan rijden, dan maakt een centimeter of 2 ondiepere bocht (drop) een merkbaar verschil. Ga je echter voor een radicale verandering – van een recht 42 cm stuur naar een Woodchipper bijvoorbeeld – dan kan je er op rekenen dat je qua stuurpenlengte, -hoek en -hoogte nog een hoop te tunen hebt. Kom je hierbij uit op stuurpennen van minder dan 60 mm lengte, dan moet je je afvragen of het huwelijk van zo’n stuur en de geometrie van jouw gravelbike wel zo’n gelukkige is.

Twijfel je enorm? Zoek een fatsoenlijke fietswinkel op die bereid is om mee te denken. Er zijn zeker bikeshops te vinden waar ze inmiddels volop ervaring hebben met allerlei soorten sturen en je van goed advies kunnen voorzien. Kijk de winkelier vriendelijk aan en je kan misschien een tijdje een stuur proberen voor je een definitieve keuze maakt.

Met dank aan Cosmic Sports voor het beschikbaar stellen van de sturen, stuurpennen en flink wat meters stuurlint.

Geplaatst in Specials en getagd met , , , , .
Subscribe
Notify of
guest
0 Comments
Inline Feedbacks
View all comments