Reizen | MTB-regio Kronplatz-Olang: de Kühwiesenkopf-ronde

Bike en hike boven de Pragser Wildsee/Lago di Braies

We blijven er komen, in het Italiaanse Zuid-Tirol. En dat is niet voor niets. Als het gaat om de mix van uitdagende routes, fascinerende landschappen, lekker weer en niet te vergeten de gastvrijheid, kent deze streek aan de zuidkant van de Alpen zijn gelijke niet. Nou ja, bij wijze van spreken. Afgelopen zomer verkenden Arjan de paden rond het dorp Olang. “De Pragser Wildsee is een prachtig bergmeer, maar ook een toeristenfuik. Maar ga iets hoger en je vindt prachtige trails. Met, ook dat nog, niemand erop behalve jezelf.”

Tekst en foto’s: Arjan Kruik


“De onbekende Kühwiesenkopf-ronde boven de Zuid-Tiroolse Pragser Wildsee begint makkelijk, maar eindigt pittig. Steil klimmen, stevig hiken. En met na de top een uitdagende afdaling. Vanwege de looppassages is het geen route die je op een zware e-mountainbike doet, wel een aanrader als je graag je grenzen verlegd op een spierfiets.”Arjan, redacteur Velozine

Als Velozine afgelopen zomer een verhaal plaatst over ons bezoek aan het Zuid-Tiroolse dorp Olang, is er maar ruimte voor één route: de Hochnall-ronde. Supermooi. Maar de Kühwiesen-ronde die Robby, Sebstiaan en ik eveneens gereden hebben, is minstens zo mooi. Daarom hierbij m’n verslag.

Is de Hochnall-ronde een populaire klassieker in het route-aanbod van bikehotel Keil, het hotel waar we verblijven, de ronde over de op 2.131 meter hoogte gelegen Kühwiesenkopf is precies het tegenovergestelde: niemand die ‘m kent. Maar dat maakt bike-guide Matthias Santer niks uit. Integendeel, hij ziet het als een voordeel dat hij met ons een ook voor hem onbekende route kan rijden: “Al die andere routes hebben voor mij geen verrassingen meer…”

Onze sympathieke gids heeft overigens nog een paar redenen om met ons de Kühwiesenkopf-ronde te rijden. In de eerste plaats omdat we aan het begin van de ronde de Pragser Wildsee passeren, een sprookjesachtig bergmeer op 1.500 meter hoogte. Altijd de moeite waard. En dan is er de Kaseralmhütte, een vlak onder de Kühwiesenkopf gelegen berghut. Die is twee jaar terug geopend, maar Matthias is er nog steeds niet geweest. Een biketochtje met buitenlands bezoek vormt dan een mooie gelegenheid.

Matthias is overigens geen onbekende voor me. Een jaar of tien geleden heb ik namelijk een aantal routes rond Toblach, een dorp iets meer naar het oosten, met hem als gids verkend. Inmiddels is Matthias directeur van het verkeersbureau van Olang. Van hotelbaas én mountainbikemaatje Lukas Brunner hoorde hij dat er Nederlandse journalisten langs zouden komen. En toen dat Robby, Sebastiaan en ik bleken te zijn, heeft hij gelijk zijn agenda leeggemaakt.

Omhoog naar de Pragser Wildsee

We starten de klim naar de Kühwiesenkopf bij het station van Welsberg, een dorpje halverwege Olang en Toblach, Matthias woonplaats. Vanaf daar peddelen we langs de Pragser Bach rustig in zuidwaartse richting, de Dolomieten in. We hebben een kleine 1.200 hoogtemeters te gaan, dus het heeft geen zin nu al voluit te gaan. En waarom zou je? De omgeving is prachtig en het is bovendien leuk en gezellig om wat te kunnen kletsen. En dat lukt niet met je hartslag op 180.

Zo komen we een kleine vijfhonderd hoogtemeters later nog lekker fris bij de Pragser Wildsee aan. Matthias heeft niks teveel gezegd; wat een prachtige plek! Maar man o man, wat is het er druk. Omdat het bergmeer figureerde in een populaire Italiaanse tv-serie én vanwege de immense instagrammability, worden toeristen er met busladingen tegelijk gedropt. Naast zo’n beetje iédere Europese taal horen we ook Chinees, Arabisch en natuurlijk knauwend Amerikaans. Gekkenhuis! Gelukkig is het niet moeilijk de massa te ontvluchten. Aan de westkant van het meer draaien we een grindweg in en direct zijn we weer alleen.

Tussen de Pragser Wildsee en de Kaseralmhütte liggen een kleine vijfhonderd hoogtemeters. Prima te doen, maar desondanks is het fijn als we onze bikes even kunnen parkeren bij de hut. Zoals het vaker gaat als je als fietsjournalist met een gids onderweg bent, komen we niet weg met een eenvoudig bordje koolhydraten in de vorm van pasta of noedels. Want daarná komt het personeel ook nog aangesjouwd met apfelstudel en kaiserschmarrn, met koffie én met vier glazen schnapps.

De wereldberoemde Pragser Wildsee ligt op 1.500 meter hoogte.

Vanaf het meer voert de route naar de Kaseralmhütte.

De lengte van de klim valt mee: de almhut ligt vijfhonderd meter hoger dan het meer.

Kaseralmhütte: “Tritt ein, bring Glück herein.”

Als afsluiter nog even een rondje van de zaak. Proost!

Bike en hike naar de Kühwiesenkopf

Zou ik onder normale omstandigheden minimaal een uur uittrekken om al dat eten en drinken rustig te laten zakken, met Matthias krijg ik daar de kans niet toe. Hij wil verder, de Kühwiesenkopf wacht. Hoe en waar verder weet Matthias zelf trouwens ook niet precies. Vanaf hier is het ook voor hem terra incognita. Gelukkig weet de waard van de Kaseralm waar het pad naar de Kühwiesenkopf begint.

We beginnen lekker, over een traverse die heel geleidelijk door het bos omhoog loopt. Smal, maar redelijk goed te doen. Maar nét als ik denk dat we van mij zo wel een tijdje mogen doorrijden, zie ik dat Matthias afstapt en z’n bike op z’n schouders gooit. En dat is niet voor niets, want er volgt een slingerende looppassage, tot aan de Kühwiese. Op die idyllisch alm is het pad weer min of meer fietsbaar. “Meer” omdat Sebastiaan en Robby er in slagen met puur geweld hun bikes omhoog te dwingen, “minder” omdat Mathias en ik al na een paar pedaalomwentelingen moeten capituleren en lopend verder gaan.

Na de Kühwiese is het overigens voor ons allemaal gedaan met fietsen. Het pad is te smal en te steil, de bochten zijn te krap en de ondergrond is te los. De laatste honderd hoogtemeters tot de top leggen we af met onze bikes op onze schouders en zelfs dát is zo nu en dan nog best wel een uitdaging.

Het pad naar de Kühwiesenkopf is in eerste instantie nog goed te fietsen…

… maar al snel moeten de bikes op de nek.

Gelukkig hoeft de bike niet de hele klim gedragen te worden. De sectie over de Kühwiesen is redelijk fietsbaar.

Maar om nou te zeggen dat het klimmen relaxed is…

Bochtenbonanza

Pfff, dit is bike-and-hike in de letterlijke betekenis! Maar als ik flink afgepeigerd naast het gipfelkreuz op de Kühwiesenkopf sta, zijn alle inspanning en transpiratie op slag vergeten. Wat een uitzicht! Naar het zuiden toe de grillige steenmassa’s van de Dolomieten, de andere kant op de besneeuwde drieduizenders van de Alpenhoofdkam. Mooier wordt het niet.

De afdaling terug naar het Pustertal begint lastig, met een reeks van wel twintig op elkaar gestapelde haarspeldbochten op een uit louter losse kalkstenen bestaande puinhelling. Onder me zie ik Matthias en Sebastiaan kundig en zonder aarzelen de krappe bochten nemen, maar de minder ervaren Robby heeft de nose wheelie nog niet onder de knie en kiest daarom voor de benenwagen. En dat is ook mijn strategie. Eenmaal voorbij de puinwaaier is het pad gelukkig weer goed te doen. Maar van flow is geen sprake, iedere bocht is weer anders en sommige passages zijn ronduit lastig. Maar ik vind de uitdaging die dat met zich meebrengt eigenlijk wel lekker.

Halverwege, op een punt waar het pad zich meerdere keren splitst, weet Matthias het even niet meer. Waar is onze trail? Na een kleine tien minuten dwars door het bos banjeren met onze bikes aan de hand, pikt onze gids de route gelukkig weer op. Vanaf dat punt is de trail het meeste van z’n scherpte kwijt, wat betekent dat het gas lekker open kan. Voortdurend de graat van de berg volgend speren we volle bak naar beneden, totdat we een kleine negenhonderd hoogtemeters lager voor de laatste keer in de ankers gaan. Het pad is op, lager kunnen we niet. Wat een rit, ook hier laat Zuid-Tirol zich weer van z’n beste kant zien…

Na de de Kühwiesenkopf hoef je nog maar één ding te doen: afdalen!

Omdat de helling behoorlijk steil is zijn er veel bochten.

Heel veel bochten.

De trail die daarop volgt is soms best wel pittig.

En soms appeltje-eitje.

Gas erop Robby!

Mmm lekker, wortels!

Na afloop natuurlijk even chillen in het zwembad op het dak van het hotel.

Overdenkingen na afloop

In de bus, onderweg naar onze volgende bestemming, nemen Robby, Sebastiaan en ik de afgelopen dagen nog even door. Tijdens dit tripje hebben we aan de Alpenkant van Olang de toegankelijke Hochnall-ronde gereden en aan de Dolomietenkant de zojuist beschreven, redelijk uitdagende Kühwiesen-ronde. Bovendien zijn we een dagje gaan knallen in het bikepark op de Kronplatz, de huisberg van Olang, dat in kwaliteit niet onderdoet voor veel bekendere parken als bijvoorbeeld Saalbach-Hinterglemm of Paganella.

En dan zijn er nog de routes rond of in de buurt van Olang die we nu niet gereden hebben. Natuurpark Fanes bijvoorbeeld. Of de Plätzwiese. Of, iets meer naar het noorden, het Ahrntal. Supermooi allemaal en met volop – óók voor klassieke xc-bikers – goed toegankelijke en duidelijk gemarkeerde mountainbike-routes.

Over de conclusie hoeven we dus niet lang na te denken. De strategische ligging op de grens van Alpen en Dolomieten, de gevarieerde trails, het mooie weer, het lekkere eten… we gaan zeker nog eens terug naar Olang. Wat dacht je!?

Als je toch in Olang bent, moet je zéker even een dagje Bikepark Kronplatz doen.


Reisinformatie bikeregio Kronplatz-Olang

Algemeen

Het is ongeveer duizend kilometer met de auto vanuit Utrecht naar Olang in het Zuid-Tiroolse Pustertal, vlak bij de stad Bruneck. Vliegen kan op Innsbruck, daarna is het ongeveer nog een twee uur rijden (via de Brenner) voordat je er bent. Er is ook een goede treinverbinding met Olang. Voor info en routes over Olang is olang.com een goede start.

Beste seizoen

Het fietsseizoen begint in mei en duurt tot eind oktober. De hoger gelegen gebieden kunnen tegen die tijd echter al wel flink fris zijn.

Verblijf

Arjan, Robby en Sebastiaan verbleven in Alpinhotel Keil. Een prima plek, want met de Alpen in het noorden en de Dolomieten in het zuiden ben je in alle windrichtingen verzekerd van uitdagende routes. Alpinehotel Keil is lid van de gespecialiseerde hotelorganisatie Mountain Bike Holidays, wat garandeert dat er goede faciliteiten voor bikers zijn. Ook de tocht die wij gereden hebben is, inclusief de afspraak met bike-guide Matthias, door Keil georganiseerd.

Mountainbikeroutes

Wie in hotel Keil verblijft kan op weg geholpen worden door de mountainbike-experts van het huis, waaronder de eigenaar en bike-guide Lukas Brunner. Hij gaat graag met je mee om je zijn favoriete trails te laten zien. Of hij leent je een gps met voorgeprogrammeerde routes. Ook op de speciale trail-pagina van Mountain Bike Holidays is een omvangrijke selectie aan routes te vinden. En daarnaast kun je ook altijd zelf lekker op ontdekkingsreis gaan. In principe zijn alle wegen en paden toegankelijk voor mountainbikers, tenzij expliciet is aangegeven dat het niet is toegestaan.

Singletrails

Boven Olang ligt bikepark Kronplatz, een van de mooiste en meest gevarieerde trailcenters van de oostelijke Alpen, met trails voor ieder niveau, van beginner tot zeer ervaren. Echt een aanrader!

Bikehotel Keil in Olang.

Gereden mountainbikeroutes

Bij Velozine steken we een hoop tijd, geld en moeite in de productie van reisverhalen. We willen je inspireren er op uit te trekken en aanmoedigen dezelfde mooie mountainbikeavonturen te beleven als wij. De routes die we voor dit verhaal gereden hebben, vind je daarom hieronder. Merk op: de Kühwiesenkopf-ronde, hoog boven de befaamde Pragser Wildsee, is maar één van de tochten die we tijdens ons verblijf in Olang gemaakt hebben. Daarnaast hebben we ook nog de de grote Hochnall-ronde gereden, met zicht op de stad Bruneck en de Alpenhoofdkam. Het verhaal van deze uitdagende maar supermooie route vind je hier. En natuurlijk zijn we naar de Kronplatz geweest voor een dag trails rijden. Schandalig lekker!

Geplaatst in Reizen en routes en getagd met , , , , .
guest
0 Comments
oudste
nieuwste populairste
Inline Feedbacks
View all comments