Tekst en foto’s: Arjan Kruik

Dat de Italiaanse provincie Zuid-Tirol grossiert in fraaie mountainbikeroutes weet je als lezer van deze website inmiddels wel. Ik kom er namelijk graag en heb er al veel over geschreven. Maar desondanks doe ik dat nu gewoon weer, want samen met Robby en Sebastiaan heb ik afgelopen zomer wederom een prachtige toertocht gereden: de Hochnall-ronde, gelegen op de gelijknamige berg ten noorden van het dorp Olang. Deze ronde is een kuitenbijter met bijna 1.500 hoogtemeters, adembenemende uitzichten en een superlekkere afdaling.
Hoe ik aan die route gekomen ben? Via Lukas Brunner, bike-guide én de chef van Alpinhotel Keil, het mountainbikehotel waar we verblijven. Het rondje over de flanken van de Hochnal-ronde is een van hun klassiekers. Grootste pluspunten: de klim is weliswaar lang, maar de eerste duizend hoogtemeters stijgen relatief gematigd. En je kunt voor de afdaling kiezen uit brede gravelwegen óf uitdagende singletracks.
Normaal gesproken gaat Lukas zelf op pad met zijn gasten. En alhoewel hij popelt om ons de routes in de omgeving van zijn hotel te laten zien, heeft hij helaas andere verplichtingen. Maar, zo verzekert hij ons, hij heeft een minstens zo capabele vervanger voor ons geregeld. Matthias Santer is zijn naam.
Verrassende ontmoeting
Er gaat bij mij geen belletje rinkelen, totdat ik onze gids voor vandaag de lobby zie binnenlopen. “Hea Arjan, des isch schun a Zeitl her! Fesch, di wiedr z’triffn” Krijg nou wat, blijken we elkaar toch te kennen! Een jaar of tien geleden hebben Sebastiaan en ik namelijk een aantal routes rond Toblach, een dorp iets meer naar het oosten, met deze zelfde Matthias als gids verkend. Maar ik was even vergeten dat hij zo moeilijk te verstaan was. Maar Matthias zit ons te dollen, want hij schakelt direct van het Pustertaler weer over in gewoon Duits.
Matthias blijkt inmiddels directeur te zijn van het verkeersbureau van Olang. Van zijn mountainbikemaatje Lukas hoorde hij dat er Nederlandse journalisten langs zouden komen. En toen dat Sebastiaan en ik bleken te zijn, heeft hij gelijk zijn agenda leeggemaakt. Niet één, maar twee dagen. Kijk, dat is nog eens sympathiek. “Hier in het Pustertal zitten we precies tussen de Alpen en de Dolomieten in”, vertelt Matthias. “De keuze is dus reuze. Vandaag wil ik met jullie naar de alpenkant, de Hochnall op. En dan doen we morgen de Kühwiesenkopf. Dat is een berg die aan de dolomietenkant van het dal ligt, boven de Pragser Wildsee. Die route is behoorlijk pittig, met een aantal looppassages. De Hochnall-ronde is daar een goede voorbereiding op, kunnen jullie even inkomen…” Matthias lacht en wij ook. Maar wel als een boer met kiespijn…


Omhoog naar de Hochnall
Vanuit hotel Keil rollen we over stille landweggetjes naar de overkant van het Pustertal, waar waar we bij het dorpje Niederrasen van de weg afbuigen, het bos in. En het bos in gaan betekent hier tevens omhoog gaan. Het begin is niet zo spannend, gewoon een asfaltweg. Tenzij je in oude bunkers geïnteresseerd bent, want die vind je hier volop, gewoon langs de weg. “Nog door Mussolini gebouwd”, weet Matthias. “Om de Duitsers af te weren. Alhoewel Mussolini en Hitler in de Tweede Wereldoorlog bondgenoten waren, vertrouwden ‘Il Duce’ en ‘Der Führer’ elkaar voor geen meter!”
Na de laatste boerderij gaat het asfalt over in schotter. In lange, lome lussen slingeren we omhoog. In tegenstelling tot het eerste stuk op de asfaltweg, stijgen we hier redelijk gematigd. Fijn, want zo blijft de hartslag in het groen en hebben we adem over om van de omgeving te genieten. Sommige plekken zijn echt onwerkelijk mooi. Zeg maar wat ze vroeger een ansichtkaartplaatje noemden. Boven de boomgrens, op iets meer dan tweeduizend meter hoogte, verandert niet alleen het aanzien van het landschap, maar ook van het pad. De relatief makkelijk te bedwingen grindweg gaat over in een karrenspoor door het gras. Niet alleen steil, maar ook hobbelig, waardoor het erg lastig is je ritme vaste te houden.
Pittige tweede helft
De tweede helft van de klim is daarom aanzienlijk zwaarder dan het eerste deel. We klimmen tot we niet verder kunnen. Dat wil zeggen, we kúnnen wel verder, maar het smalle en diep uitgesleten voetpad dat na de Hochnall verder omhoog slingert, helemaal tot aan de bijna 2.500 meter hoge Rammelstein, is niet fietsbaar. Om op die top te geraken zouden we onze bikes dus moeten schouderen. “Ik heb dat wel eens gedaan”, vertelt Matthias. “Maar dat is geen tocht die we je op je eerste fietsdag in de bergen doet.” Ik zie Robby opgelucht kijken. Dit is namelijk letterlijk zijn allereerste fietsdag in de bergen ooit. Alhoewel hij alweer een paar jaar op de mountainbike zit, is hij met zijn bike nog nooit hoger geweest dan de Utrechtse Heuvelrug. Je snapt dat hij de komende afdaling best wel een beetje spannend vindt…
Maar voordat het zover is eerst even genieten van de fraaie omgeving. In het zuiden ligt het Pustertal, met daarachter de Dolomieten. Althans, dat moeten we maar aannemen van Matthias, want een dik pak wolken houdt deze bergen voor ons verborgen. En aan de andere kant, als we omhoog kijken, liggen de ruige drieduizenders van de Alpenhoofdkam, met daarachter Oostenrijk.


Afdalen naar de Gönneralm
We keren dus op onze schreden terug. Of beter: op onze bandensporen. Het pad is weliswaar niet supersmal of supersteil, maar wel diep uitgesleten. En om het pad tegen erosie te beschermen, is om de twintig meter een hoge, bijna loodrechte afwateringsrand aangebracht. Die maakt dat je heel erg goed moet opletten. Remmen los en rollen maar? Niet hier. Oké, Sebastiaan hopt eroverheen alsof ze er niet zijn. Maar die heeft in z’n leven al heel veel in de bergen gereden. De minder ervaren Robby heeft er meer moeite mee. Niet gek, want werkelijk álles is nieuw voor hem.
En, zeg ik er gelijk met heel veel bewondering bij, het gaat hem echt verrassend goed af. Van de fouten die ik andere beginnende alpenbikers vaak zie maken, heeft Robby geen last. Het is bijna alsof hij dit al veel vaker heeft gedaan. En dat is min of meer ook zo, want Robby is een ervaren snowboarder. En veel essentiële bewegingsprincipes zijn toepasbaar op het snowboard en op de mountainbike. Alhoewel… terwijl ik dit bedenk zie ik Robby een schuiver maken. Oeps, een bocht niet goed ingeschat. Maar gelukkig niks aan de hand; even het stof afslaan en hup, weer verder! Dat is de beste tactiek bij een val: gelijk weer opstappen. Anders gaat het maar in je hoofd zitten en dat is niet handig als je nog verder moet afdalen.
Het pad heeft nog een tricky wortelsectie in het bos – die ook door Robby als een volleerde meastro wordt overmeesterd – maar daarna is de koek even op. Vol adrenaline rollen we naar de Gönneralm. Het is de hoogste tijd om wat te eten en te drinken. En deze berghut is daar een uitgelezen plek voor, met een fraai terras op het zuiden dat uitzicht biedt over het Pustertal en de stad Bruneck.


Stuiteren over stenen
Na de verdiende lunchpauze op de Gönneralm is het tijd om verder te rollen. Het vervolg is gelijk pittig; een smalle traverse die al dalend en klimmend langs een hoogtelijn golft. Pittig, maar ook prachtig. Dit is het soort paadjes waar je het allemaal voor doet. Na de traverse stuiten we weer op dezelfde gravelweg die ons ook omhoog gebracht heeft. En die we tot onze verrassing nu ook weer afdalen. Matthias rijdt voor en ik kijk Sebastiaan vragen aan: “Ehh, dit kan toch niet de bedoeling zijn…?”
En gelukkig ís dat ook niet de bedoeling, want na de derde haarspeldbocht duiken we het bos in. En man-o-man, het pad dat dan volgt is echt superlekker. Eerst smal en flowy, maar als snel snel steil en stenig. Hier zijn de 150 millimeter veerweg en de zware noppenbanden onder onze bikes geen luxe, maar pure noodzaak. Dat wil zeggen, als je met hetzelfde tempo naar beneden dendert als Matthias. Het is duidelijk niet de eerste keer dat hij hier afdaalt.
In het begin is het weer even wennen, die rotsen en keien. Want hoe vaak je ook een rondje over de Utrechtse Heuvelrug rijdt, het overmeesteren van rotspaadjes is iets daar je daar niet leert. Gelukkig heb ik al snel de slag weer te pakken. En als ik nog wat later helemaal in de flow zit, slaag ik er zelfs in om weer bij Matthias in het wiel te komen. Woeha! En ook Robby is buiten zichzelf van enthousiasme: “Kicken zeg!”, roept hij glunderend als we even op elkaar wachten.
En zo speren we de hele Hochnall of, tot we weer in het dal zijn. Volledig verzadigd trappen we op ons gemak weer terug naar Olang. “Hey Matthias, bedankt, dat wat was een tof ritje! Morgen weer zoiets?” “Ik hoop van wel”, antwoord hij. “Maar dat zien we morgen pas, want die route heb ik ook nog nooit gereden…”
Oeps, op pad met een gids die voor het eerst een route rijdt, dat is best wel spannend. Hoe dat verlopen is lees je later dit seizoen op de website.

Reisinformatie bikeregio Kronplatz-Olang
Algemeen
Het is ongeveer duizend kilometer met de auto vanuit Utrecht naar Olang in het Zuid-Tiroolse Pustertal, vlak bij de stad Bruneck. Vliegen kan op Innsbruck, daarna is het ongeveer nog een twee uur rijden (via de Brenner) voordat je er bent. Er is ook een goede treinverbinding met Olang. Voor info en routes over Olang is olang.com een goede start.
Beste seizoen
Het fietsseizoen begint in mei en duurt tot eind oktober. De hoger gelegen gebieden kunnen tegen die tijd echter al wel flink fris zijn.
Verblijf
Arjan, Robby en Sebastiaan verbleven in Alpinhotel Keil. Een prima plek, want met de Alpen in het noorden en de Dolomieten in het zuiden ben je in alle windrichtingen verzekerd van uitdagende routes. Alpinehotel Keil is lid van de gespecialiseerde hotelorganisatie Mountain Bike Holidays, wat garandeert dat er goede faciliteiten voor bikers zijn. Ook de tocht die wij gereden hebben is, inclusief de afspraak met bike-guide Matthias, door Keil georganiseerd.
Mountainbikeroutes
Wie in hotel Keil verblijft kan op weg geholpen worden door de mountainbike-experts van het huis, waaronder de eigenaar en bike-guide Lukas Brunner. Hij gaat graag met je mee om je zijn favoriete trails te laten zien. Of hij leent je een gps met voorgeprogrammeerde routes. Ook op de speciale trail-pagina van Mountain Bike Holidays is een omvangrijke selectie aan routes te vinden. En daarnaast kun je ook altijd zelf lekker op ontdekkingsreis gaan. In principe zijn alle wegen en paden toegankelijk voor mountainbikers, tenzij expliciet is aangegeven dat het niet is toegestaan.
Singletrails
Boven Olang ligt bikepark Kronplatz, een van de mooiste en meest gevarieerde trailcenters van de oostelijke Alpen, met trails voor ieder niveau, van beginner tot zeer ervaren. Echt een aanrader!

Gereden mountainbikeroutes
Bij Velozine steken we een hoop tijd, geld en moeite in de productie van reisverhalen. We willen je inspireren er op uit te trekken en aanmoedigen dezelfde mooie mountainbikeavonturen te beleven als wij. De routes die we voor dit verhaal gereden hebben, vind je daarom hieronder. Merk op: de grote Hochnall-ronde is maar één van de tochten die we tijdens ons verblijf in Olang gemaakt hebben. Daarnaast hebben we ook nog de Kühwiesenkopf-ronde, hoog boven de befaamde Pragser Wildsee, gereden. Het verhaal van deze uitdagende maar supermooie route brengen we je later dit seizoen. En natuurlijk zijn we naar de Kronplatz geweest voor een dag trails rijden. Schandalig lekker!