Tekst: Jeroen van den Brand // Foto’s: Arjan Kruik & Jeroen van den Brand
Geveerde voorvork met amper meer vering dan een dikke band?
Gravelbikes en vering: volgens sommigen is het als ananas op een pizza. Maar noem het fusion en het is ineens hip en tof. Precies die mindset vragen productontwikkelaars en marketeers in de fietsenbranche, die samenspannen om ons geld af te troggelen door op allerlei nieuwe producten het label ‘gravel’ op te plakken. Nee, cynisme is me allerminst vreemd. Maar als je die achterdocht even loslaat; gravelbiken kan erg vermakelijk zijn. Maar wat is het nu eigenlijk? Tja, gravelbiken is ook maar net wat je er zelf van maakt. En juist doordat er geen keiharde regels zijn, ontstaat er ruimte voor dingen die soms verrassend goed werken. Zoals een geveerde voorvork met amper meer vering dan een dikke band.
Ik val in herhaling als ik zeg dat het doet denken aan de mountainbiken in de jaren ’90. Ik struinde door die tijd als puber op een fiets vol obscure onderdelen. Vaak gemaakt door iemand die in z’n schuurtje een draaibank had staan. Maar ondanks beperkte marketing, waren de beloften er niet minder om. De praktijk was vaak hetzelfde: op uiterlijk scoorden die onderdelen steevast een dikke 10, maar qua functionaliteit en duurzaamheid was het een gok. Of nou ja, eerder een experiment met voorspelbare uitkomst: de vitrinekast. Destijds zonde van het zuurverdiende vakantiegeld. Nu anekdotes en voeding voor nostalgie. En gravelbiken anno 2025 voedt die nostalgie ook. En misschien is dat wel dé reden waarom ik er als veertiger graag in opga. Nou ja, dat hou ik me zelf dan maar voor om zo mijn impuls te onderdrukken om een cabrio of Harley-Davidson te kopen.
Katalysator van de gravelbike-identiteitscrisis
Wat ook meespeelt is dat mountainbiken zich steeds vaker afspeelt op strak onderhouden, bepijlde knikkerbanen waar je alleen nog mag rijden met een vignet. Gravelbiken biedt juist (en vooralsnog) een laagdrempelige ontsnapping aan de matrix. In het achterland gewoon zelf je weg kiezen, liefst een die amper die titel mag hebben. En in die context krijgt iets als een geveerde gravelvoorvork met een – op z’n zachtst gezegd – beperkte hoeveelheid veerweg, toch ineens bestaansrecht: niet als gimmick, maar als uitbreiding van je vrijheid op een gravelbike die – afgaande op alle verschijningsvormen die er inmiddels zijn én bijkomen – net als zoveel pubers een identiteitscrisis doormaakt.
Maar 40 millimeter veerweg was zelfs eind jaren ’90 al te weinig en alleen al om die reden zou je kunnen denken dat de geveerde voorvork niets anders is dan een verlichting van je portemonnee en verzwaring van je gravelbike. Maar toch is er een groot verschil; de techniek stond de voorbije ruim twee decennia zeker niet stil. En dat maakt – althans in het geval van de Rockshox Rudy Ultimate XPLR – dat die slechts 40 millimeter wel degelijk nuttig kán zijn, zo is mijn ervaring.
Rockshox Rudy Ultimate XPLR: Sid-techniek in een compactere jas
Voor Rockshox is de Rudy XPLR de eerste geveerde voorvorken voor gravelbikes. En hoewel de taps toelopende, compacte bouwvorm met 30 millimeter binnenpoten erg appelleert aan het ranke, slanke van racefietsen – wat schijnbaar toch essentieel is voor ’gravel’ – schuilt in het binnenste veel van de crosscountry-pendanten. Zo past Rockshox een Solo Air-luchtveer en – in het geval van de XPLR Ultimate waarmee ik op pad ben – een Charger Race Day 2-demper toe, die we kennen uit de crosscountryvoorvork Sid. Uiteraard is dat géén plug-and-play oefening geweest. Want naast dat de binnenpoten een kleinere diameter hebben, zijn ze afgestemd op de ‘slechts’ 40 millimeter veerweg in plaats van de minimaal 100 millimeter in de Sid SL. Naast de luchtdruk is de uitgaande demping (rebound) in te stellen. Bovenop de vorkkroon is er een hendel om de ingaande demping geheel dicht te draaien, zodat de vork geblokkeerd is.
Ik ben overigens op pad met de Rudy Ultimate XPLR. Daarnaast biedt Rockshox de Rudy XPLR aan. Die heeft eveneens de Solo Air-luchtveer, maar stelt het met een Rush RC-demper. Die demper kun je zien als een vereenvoudigde versie van de Charger Race Day 2 in de Rudy Ultimate XPLR. Ook bij deze Rush RC-demper is er een lock-out aanwezig.
Met een gewicht van 1.227 gram weegt Rockshox’ top-gravelvoorvork 775 gram meer dan de starre carbon voorvork die af fabriek in het vooronder van mijn Santa Cruz Stigmata gravelbike zit. En ja, dat merkte ik bij de eerste rit wel. Ik kan me niet aan de indruk ontdoen dat ik met zo’n geveerde voorvork iets inlever op het lichtvoetige karakter dat gravelbikes zo eigen is. Maar het went vervolgens ook erg snel, dus een echt groot punt vind ik het het niet. Ook omdat ik er functioneel iets voor terugkrijg.
Soepel
Zo spreekt de voorvork ondanks z’n beperkte veerweg soepel aan, met dank aan een vrij lichte instelling van compressiedemping. De Rockshox Rudy Ultimate XPLR weet zodoende, bovenop de demping van de voorband, nog behoorlijk wat te filteren. Nee, een vliegend tapijt is mijn gravelbike er niet mee geworden. Ook met deze geveerde voorvork in het vooronder dringen er nog steeds trillingen door tot in het stuur. Uiteindelijk blijft het ook gewoon een gravelbike met minder volumineuze banden en minder veerweg dan een mountainbike. Maar het is wel duidelijk het scherpe van de grote klappen er af wordt gehaald.
Die 40 millimeter wordt ook relatief gretig aangesproken. Maar dat gebeurt zonder dat er een abrupt een einde aan komt. Dat komt door de verhoudingsgewijs vrij grote eindstop van elastomeer, of bottom-out bumper in goed Nederlands. Die wordt aangesproken in de laatste 15 millimeter van de veerweg. Ja, de beperkt beschikbare veerweg wordt dus in feite ook voor een deel opgevangen door elastomeer. Ik merk echter nergens in de veerweg een overgang naar de extra ondersteuning van die Jounce-bumper, zoals-ie officieel heet. De gekozen stijfheid (en vorm) is klaarblijkelijk goed afgestemd op de progressieve veercurve van de Solo Air-luchtveer.
Comfort, controle én keuzeruimte
Vooraf had ik zo mijn bedenkingen bij een geveerde voorvork in een gravelbike. Van de mountainbike weet ik dat enige deining er nu eenmaal bij hoort. En juist dat gevoel zou wel eens haaks kunnen staan op het directe gevoel dat gravelbikes zo kenmerkt. Maar hier speelt de beperkte veerweg en z’n progressieve veerkarakter z’n troeven uit. Want alleen wanneer ik écht oplet, zie ik wanneer de ondergrond alles behalve strak is de binnen- en buitenpoten ten opzichte van elkaar bewegen. En op de weg merk ik pas iets van het inveren wanneer ik op de pedalen ga staan. Maar ik heb nooit het gevoel dat de Rudy Ultimate XPLR de voorkant van m’n gravelbike tot een strandbal maakt. Bij gevolg gebruik ik de lock-out hooguit wanneer er kilometerslang niets spannends voor me ligt. Maar eerlijk gezegd is dat – juist met dank aan onze Rudy – zelden nog het geval.
Want hoewel die 40 millimeter me wat meer comfort geeft door bovenop mijn 50 millimeter brede gravelbanden het scherpe van de ondergrond nog wat meer te dempen, vind ik dat niet het grootste pluspunt. De grootste plus is de ruimte die Rudy Ultimate XPLR me geeft; ruimte om grenzen verder te verleggen en mijn gravelritten heel anders in te vullen. Die beperkte, progressieve veerweg geeft namelijk ook meer tractie én meer controle wanneer het pad uit allesbehalve aangereden grind of zand bestaat.
Atb-en
Mountainbiken zit in mijn dna verankerd. En dankzij de Rudy Ultimate XPLR worden goedlopende karrensporen en gravelstroken in eens verbindingen tussen technische singletracks. Paadjes waarbij kuilen en boomwortels alles behalve zijn uitgesloten. Zeker bij die oldskool mountainbikeroutes in mijn achtertuin. Op mijn gravelracer stuif ik die altijd voorbij, maar op mijn tot atb getransformeerde gravelbike richt mijn voorwiel zich steevast op die uitdagende paadjes. Het voorwiel blijft simpelweg net wat beter de contouren volgen. En hoewel het flink werken blijft, kan ik met meer zekerheid het tempo hoog houden. Ook op die paadjes waar de mountainbike eigenlijk beter thuis is.
Dit kwam helemaal tot uiting tijdens mijn gravel-escapades in het Engelse Peak District. De definitie van ‘goed begaanbare paden’ is in Engeland toch nog wat anders dan hier. En zonder te weten wat het pad in petto had, liet ik m’n gravelbike bij menig afdaling gemakkelijk de vrije loop. En met die opgedane kennis tijdens de eerste rit, keek ik ook met heel andere ogen naar de kaart om een tweede route uit te stippelen. Van tot fietspad gemaakte oude spoorbeddingen tot secties van een mountainbikepark: ik ga niet zeggen dat ik ze moeiteloos aan elkaar reeg, maar het was even vermakelijk als uitdagend. En wat dat betreft laat die geveerde voorvork me exact doen wat men altijd al als definitie van het gravelbiken stelt: exploreren van land én van eigen kunnen.
Conclusie
De Rockshox Rudy Ultimate XPLR voelt voor mij als een knipoog naar de jaren ’90. De tijd waarin mountainbiken vooral een ontdekkingstocht was. Biken zonder routepijlen te volgen of gebonden te zijn aan de paden in een trailcenter. Geveerde voorvorken waren toen net zo experimenteel als de paadjes waar we ze overheen joegen. ‘High-end’ voorvorken met elastomeer-vering boden meer beloftes dan werkelijke prestatieverbetering. Net genoeg veerweg om je hoop te geven, maar zelden voldoende verfijnd om je handen en schouders écht te ontzien. En tóch waren die vroege veringsexperimenten magisch. Ze nodigden uit om ruiger terrein op te zoeken, op zoek naar meer avontuur.
De Rockshox Rudy Ultimate XPLR roept die herinneringen op, maar bewijst tegelijkertijd hoeveel progressie er sindsdien geboekt is. Want waar toen 40 millimeter veerweg al ’te weinig’ was, maakt het anno 2025 — dankzij een beter luchtveer en fatsoenlijke demper — de Rudy Ultimate XPLR tot een verrassend functionele optie. Maar 40 millimeter blijft 40 millimeter en hoé goed de luchtveer en demper ook zijn; het transformeert je gravelbike nog niet in een mountainbike. Maar de ondersteuning, controle en tractie die het wél biedt, maakt het een interessante uitbreiding van het gravelgenre. Het soepele aanspreken maakt dat de voorkant van m’n gravelbike rustiger blijft en er werkelijk comfortwinst is. Tegelijkertijd heb ik niet het idee echt veel in te leveren op het directe stuurgevoel.
De Rudy Ultimate XPLR is géén wonderoplossing die het comfort van volumineuze banden op lage druk gemakkelijk overstijgt. Maar het laat je toe andere keuzes te maken in de afweging van bandbreedte en -druk om de snelheid én controle te behouden op goedlopende paden en paden die amper nog als zodanig te herkennen zijn. Of je maximaliseert meer – zoals ik dat doe – met brede banden én vering en rekt de hele definitie van wat gravelbiken is verder op.
Rockshox Rudy Ultimate XPLR: prijzen en specificaties
- Prijs: € 1.010,-
- Gewicht: 1.227 gram (mét Maxle Stealth-steekas en stuurbuis op volle lengte)
- Beschikbare veerweg: 30, 40 mm (getest)
- Veer: Solo Air
- Demper: Charger Race Day
- Instelbare uitgaande demping
- Ingaande demping: open of dicht (lock-out)
- Afmetingen:
- Beschikbare wielmaten: 700c
- Maximale bandbreedte: 50 mm
- Steekas: 100 x 12 mm
- Inbouwhoogte*: 425 mm (30 mm veerweg), 435 mm (40 mm veerweg)
- Offset: 44 mm, 51 mm (getest)
- Schijfremmontage:
- Direct Flat Mount
- Minimale remschijfgrootte: 160 mm
- Maximale remschrijfgrootte: 180 mm
- Direct Flat Mount
- Onderhoudsinterval:
- 50 uur: smeren van onderpoten
- 200 uur: smeren van onderpoten, onderhoud luchtveer en demper
- Garantie: 2 jaar
Meer info: rockshox.com
* Controleer of je gravelbikeframe geschikt is voor de installatie van een geveerde voorvork. Lang niet alle gravelframes zijn namelijk compatibel met een geveerde voorvork.