Geef het fietsfabrikanten maar te doen hoor; cyclocross als sport mooi vinden, daar ook aan bij willen dragen, maar óók beseffen dat de markt voor crossers beperkt is. En dat terwijl menig crosser het niet bij één fiets houdt. Cannondale was één van de eerste merken die tijdens opmars van de gravelbike inzag dat ze met één ontwerp op twee pa(ar)den konden wedden. Ze gaven hun cyclocrosser, de SuperX, bredere banden en zetten hem ook neer als gravelracer. Dat bleek goed te werken. Zo goed, dat Cannondale – naast de dikbandige Topstone met z’n unieke comfortconstructie –, in 2021 in de vorm van de SuperSix CX en SE een compleet nieuwe, schizofrene opvolger lanceerde. De nu introduceerde opvolger grijpt weer terug naar de naam van de crosser die aan de basis stond van dit alles: de SuperX.
SuperX 2025: bredere banden, méér aero, méér comfort, minder gewicht
Cannondales SuperX 2025 is – op de geometrie na, daarover zo dadelijk meer – volledig nieuw. Het nieuwe carbon frame biedt nu ook ruimte aan bredere banden, waarbij je achteraan tot 48 millimeter breedte kunt gaan. Opvallend is dat Cannondale heel duidelijk stelt dat er in de voorvork banden tot 51 millimeter breedte passen. Wat hierbij het achterliggende idee is laat Cannondale in het midden.
Die voorvork heeft overigens een ‘delta stuurbuis’; die is in doorsnede niet rond, maar hoekig en biedt daardoor meer ruimte aan remleidingen en schakelkabels. Alhoewel het systeem wel werkt met reguliere stuurpennen, bereik je de mooiste integratie met Cannondale’s Conceal-stuurpennen en SystemBar R-One-cockpits. Laatstgenoemde is ook meer aerodynamisch. Aero is sowieso een ding bij de nieuwe SuperX, waarbij Cannondale het gehele frame op de kritische plaatsen heeft geoptimaliseerd om sneller door de lucht te kunnen klieven.

Comfortconstructie
Meest in het oog springende framedetail is de zitbuis, die naar de trapas toe duidelijk dunner wordt. Samen met de specifieke D-vormige zadelpen en de vorm van de achtervorken, moet de nieuwe SuperX meer comfort geven dan z’n voorganger. Qua flex-zones lijkt het enigszins op het principe dat we bij de meer avontuurlijke Topstone zien, met z’n unieke Kingpin-constructie. De comfortconstructie bij de SuperX zal waarschijnlijk iets minder beweging hebben en is vooral op een laag gewicht ontwikkeld.
Cannondale claimt dat z’n nieuwe SuperX-frame minder dan 900 gram weegt. Dat is een Lab71-frame in 56 centimeter mét lak. Wat het exacte gewicht onder die 900 gram is, geeft het merk niet aan, maar sceptisch bekeken zou dat dus maximaal 899 gram zijn. Sceptisch of niet; dat is gewoon licht. Lab71 is overigens voor Cannondale wat M voor BMW en AMG voor Mercedes is. Oftewel: het meest geoptimaliseerde product, waarbij je het niet per se moet hebben van de scherpste prijs. De SuperX Lab71 heeft dan ook een iets andere carbon-samenstelling dan de reguliere modellen. Wat de reguliere SuperX-frames wegen, meldt Cannondale echter niet.
Overige framedetails
De SuperX is geschikt voor groepen zonder en mét voorderailleur. Cannondale merkt daarbij expliciet op dat – ondanks geïntegreerde kabels – de nieuwe SuperX compatibel is met zowel elektronische (draadloos én bedraad) als mechanische schakelgroepen. Kies je voor een 1x-aandrijving, dan kun je vooraan maximaal een 46-tands kettingblad monteren. Er zullen gravelracers zijn die dát te klein vinden.
Achteraan vinden we uiteraard een UDH-dropout en de nieuwe SuperX is logischerwijs dan ook compatibel met Srams XPLR 13-speed groep. En over dropouts gesproken: die hebben een reguliere inbouwbreedte die symmetrisch is verdeeld. Big deal? Ja, toch wel. Cannondale promootte lange tijd het Asymmetric Integration (AI) concept, waarbij de achternaaf uit het midden van het frame stond. Daardoor werden de spaakhoeken aan beide zijden van het achterwiel meer gelijk (= sterker wiel) en ontstond een betere kettinglijn. Nadeel: je had dus een specifiek gespaakt achterwiel nodig. Met het loslaten van AI is dat verleden tijd. Ook de trapaslagers worden gemonteerd in een ‘standaard’ 68 millimeter brede bracketpot met schroefdraad.
Montagepunten voor dragers of spatborden ga je op de SuperX niet vinden. Wel biedt het nieuwe frame, zelfs in de kleinste framemaat, ruimte aan twee grote bidons. Tot slot is er nog een montagepunt op de bovenbuis voor een frametas. Maar als je die niet gebruikt, zorgt een afdekkapje voor een strakker voorkomen.
Geometrie
Wat goed is, moet je niet veranderen. Dat is wat ze bij Cannondale bij het ontwerpen van de SuperX gedacht moeten hebben. Want hoewel het frame van balhoofd tot dropout volledig nieuw is, is de geometrie vrijwel een carbon copy van de voorloper. Enkel bij de kleinste twee framematen wijken de getallen wat af, met een iets rechtere zitbuis en lager geplaatste trapas. Voor de rest houdt Cannondale vast aan een 71 graden balhoofdshoek (70 graden bij framemaat 46), die samen met een vorksprong van 55 millimeter een naloop van 65 millimeter geeft (72 millimeter bij framemaat 46). OutFront, noemt Cannondale die specifieke combinatie van balhoofdshoek en naloop. Het voorwiel staat dus relatief ver naar voren, maar doordat de naloop toch vrij kort is, zou dat rechtuit-stabiliteit combineren met een relatief ‘snel’ stuurgedrag.
SuperX modellen
De compleet nieuwe SuperX wordt in 2025 aangeboden in één Lab71-uitvoering als complete fiets voor 14.999 euro. Ook is de Lab71-versie als frameset inclusief voorvork en carbon zadelpen aangeboden voor 5.499 euro. SuperX staat dan ook onofficieel voor Super eXtreme prijs… Verder zijn er twee ‘reguliere’ SuperX-modellen. De SuperX 3 is er vanaf 4.499 euro en komt met een mechanische Shimano GRX 820 2×12-speed groep en DT Swiss G1800 Spline-wielen met aluminium velgen. De SuperX 2 kost 6.899 euro en Shimano’s GRX Di2 2×12-groep en carbon Reserve 40|44 GR-wielen met DT Swiss 370-naven. Opvallend is dat Cannondale voor z’n SuperX géén specifieke cyclocross-afmontage aanbiedt.
Bron en meer info: cannondale.com